2.2Tussen partijen gelden de volgende van belang zijnde bedingen:
art. 4. Geheimhouding
art. 4.1. Werknemer erkent door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst, dat hem door
werkgever geheimhouding is opgelegd van alle bijzonderheden betreffende of
verband houdende met het bedrijf van werkgever en diens (potentiële) klanten en
andere relaties, alsmede die van de aan werkgever gelieerde ondernemingen.
art. 4.2. Het is de werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking, hetzij na
beëindiging hiervan, op enigerlei wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm
dan ook en in welke voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige
bijzonderheden de onderneming van werkgever of de aan hem gelieerde ondernemingen betreffende of daarmede verband houdende, dan wel over de daar werkzame personen, dan wel over de (potentiële) relaties van werkgever en/of over die van de aan werkgever gelieerde ondernemingen, een en ander op straffe van verbeurte aan werkgever van een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete ad € 2.500,-- voor iedere overtreding en € 125,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze overtreding voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van werkgever in plaats van deze boete volledige
schadevergoeding te vorderen. Betaling van de boete ontslaat werknemer niet van de in de artikelen 4.1 en 4.2 genoemde verplichtingen. Partijen maken gebruik van de mogelijkheid van art. 7:650 lid 3 BW af te wijken en komen overeen dat voornoemde boete geheel ten goede zal komen aan werkgever.
art. 4.3. Overtreding van dit geheimhoudingbeding tijdens de dienstbetrekking zal voor werkgever een dringende reden tot ontslag op staande voet zijn.
art. 5. Nevenactiviteiten
art. 5.1. Werknemer verbindt zich gedurende de loop der dienstbetrekking voor geen andere werkgever of opdrachtgever werkzaam te zullen zijn, noch direct, noch indirect, en zich te zullen onthouden van het doen van zaken voor eigen rekening, tenzij overeenstemming is bereikt met werkgever, een en ander op straffe van verbeurte aan werkgever van een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete ad € 2.500,-- voor iedere overtreding en € 125,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze overtreding voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van werkgever in plaats van deze boete volledige schadevergoeding te vorderen. Betaling van de boete ontslaat werknemer niet van de in artikel 5 genoemde verplichtingen. Partijen maken gebruik van de mogelijkheid om van art. 7:650 lid 3 BW af te wijken en komen overeen dat voornoemde boete geheel ten goede zal komen aan werkgever.
art. 6. Concurrentiebeding/relatiebeding
art. 6.1. Werknemer verbindt zich om zowel tijdens de overeenkomst als gedurende de periode van 1 (één) jaar na beëindiging daarvan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever binnen Nederland en de landen waarnaar of waarin werkgever en/of met werkgever gelieerde ondernemingen tijdens de arbeidsovereenkomst diensten verlenen, noch voor zichzelf noch voor anderen, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn, direct of indirect, in of bij enige onderneming met activiteiten op een terrein, gelijk aan of anderszins concurrerend met dat van werkgever of de aan haar gelieerde ondernemingen, noch daarbij haar bemiddeling, in welke vorm dan ook, al dan niet tegen een betaling direct of indirect te verlenen.
art. 6.2. Het is werknemer verboden gedurende de arbeidsovereenkomst alsmede gedurende één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, op enigerlei wijze, direct of indirect, zakelijke contacten in de ruimste zin des woords te onderhouden met (potentiële) relaties van werkgever of die van de aan werkgever gelieerde ondernemingen, ook indien het initiatief tot dit zakelijke contact uitgaat van deze klanten en relaties. Potentiële relaties zijn in ieder geval, maar niet uitsluitend de relaties waarmee werkgever dan wel de aan werkgever gelieerde ondernemingen en/of werknemer gedurende het laatste jaar voorafgaand aan het einde van de overeenkomst op enigerlei wijze zakelijke contact heeft gehad, hetzij door middel van een prijsopgave of offerte, hetzij door middel van ander soort contact.
art. 6.3. Indien werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel handelt, zal hij aan werkgever zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een boete verbeuren ten bedrage van € 5.000,-- alsmede een boete ten bedrage van € 250,-- voor elke dag of een gedeelte van een dag dat de overtreding na mededeling van de ontdekking daarvan door werkgever voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van werkgever in plaats van deze boete volledige schadevergoeding te vorderen. Betaling van de boete ontslaat de werknemer niet van de in art. 6.1 en 6.2 genoemde verplichtingen.
Partijen maken gebruik van de mogelijkheid van art. 7: 650 lid 3 13W af te wijken en komen overeen dat voornoemde boete geheel ten goede zal komen aan werkgever.
art. 6.4. Onder “gelieerde ondernemingen” in de zin van dit artikel wordt verstaan: de ondernemingen die behoren tot dezelfde groep als werkgever en de ondernemingen waarin werkgever een financieel of ander belang heeft, de dochter- en moederonderneming(en) van werkgever de ander uitdrukkelijk begrepen.
art. 6.5. Door ondertekening van deze overeenkomst verklaart werknemer dat hij niet
gebonden is aan een concurrentiebeding, dat hem verbiedt bij werkgever in dienst te
treden of aan een relatiebeding dat het verrichten van werkzaamheden voor
werkgever feitelijk onmogelijk maakt.
art. 6.6. Door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst vrijwaart werknemer werkgever voor alle vorderingen van voormalig werkgevers van werknemer in verband met het overtreden van een concurrentie- en/of relatiebeding met zijn voormalig werkgever.