ECLI:NL:RBROT:2016:9417

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 december 2016
Publicatiedatum
6 december 2016
Zaaknummer
ROT 16/1289
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van regiogerichtheid van etherfrequentiekavels door de minister van Economische Zaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging ter bevordering en ondersteuning van kleine regionale commerciële omroepen (KRCO) en de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door Agentschap Telecom. Eiseres, de KRCO, heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om handhaving van de regiogerichtheid van verschillende etherfrequentiekavels. De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte heeft geconcludeerd dat eiseres geen rechtstreeks belang heeft bij haar handhavingsverzoek. De rechtbank stelt vast dat eiseres, opgericht op 29 juli 2015, wel degelijk belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt deze op om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank overweegt dat de belangen van de leden van eiseres, die willen uitzenden op de ether, niet voldoende zijn meegenomen in de besluitvorming van de minister. De uitspraak benadrukt het belang van collectieve belangenbehartiging en de rol van rechtspersonen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 1
zaaknummer: ROT 16/1289

uitspraak van de meervoudige kamer van 15 december 2016 in de zaak tussen

Vereniging ter bevordering en ondersteuning van kleine regionale commerciële omroepen (KRCO), te Deventer, eiseres,
gemachtigde: [naam] ,
en

de minister van Economische Zaken, Agentschap Telecom, verweerder,

gemachtigde: mr. F.A. Elema en mr. J.I.M. van der Vange.

Procesverloop

Bij brief van 10 september 2016 heeft verweerder geconcludeerd dat eiseres geen belanghebbende is bij haar verzoek tot handhaving van regiogerichtheid van de regionale etherfrequentiekavels B10, B12, B13, B15, B16 en B27 tot en met B37.
Bij besluit van 13 januari 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het daartegen gemaakte bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2016. Het beroep is gevoegd behandeld met het beroep, geregistreerd onder zaaknummer ROT 16/1288. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Na sluiting van het onderzoek ter zitting zijn de gevoegde zaken gesplitst voor het doen van uitspraak. In beide zaken wordt vandaag uitspraak gedaan.

Overwegingen

1. De Vereniging KRCO is op 29 juli 2015 opgericht. Haar doel is te bevorderingen dat meer kleine commerciële omroepen in de ether kunnen uitzenden. Eiseres stelt dat zij belangenbehartiger is voor een aantal kleinschalige commerciële radiostations. Deze stations willen uitzenden op de analoge FM-band en een klein dab-kavel, aldus eiseres.
2. Bij brief van 27 juli 2015, door verweerder ontvangen op 30 juli 2015, heeft eiseres verweerder verzocht handhavend op te treden ten aanzien van de regiogerichtheid van de programmering op de in de frequentie
veiling van 2008 betrokken kavels B10, B12, B13, B15, B16 en B27 tot en met B37, waarop diverse radiostations uitzenden.
3. Verweerder heeft daarop geconcludeerd dat eiseres geen rechtstreeks belang heeft bij dit verzoek. Weliswaar heeft zij op grond van haar doelstelling een collectief belang dat uitstijgt boven de individuele belangen van leden, maar dit collectieve belang wordt niet direct geraakt door de afwijzing van het verzoek. Honorering van het verzoek zou, conform het beleid van verweerder, leiden tot een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. De handhaving van de regiogerichtheid leidt er dan niet toe dat meer kleine commerciële omroepen in de ether kunnen uitzenden. Eiseres heeft niet zelf een zendvergunning en heeft ook niet via die weg een direct belang. Omdat eiseres geen belanghebbende is, en het verzoek om handhaving dus niet uitmondt in een besluit, verklaart verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk.
4. Eiseres stelt dat zij wel belanghebbende is. De regiogerichte programmering was onderdeel van de bieding bij de veiling in 2008 en speelde een belangrijke rol bij de selectie van de vergunningverkrijgers. Haar leden kunnen niet toetreden tot de Nederlandse radiomarkt omdat frequenties onterecht bezet worden gehouden. Leden van eiseres willen ook meedoen bij de volgende veiling in 2017. Er moet een eerlijk speelveld ontstaan waarbij vergunninghouders zich aan de voorwaarden houden. Om haar gelijk te krijgen moet eiseres telkens opnieuw dure gerechtelijke procedures starten die niet alleen een zware financiële druk leggen, maar ook veel tijd en frustratie kosten, terwijl de betrokken partijen gelden kunnen incasseren die zij bij de veiling in 2017 in kunnen zetten om andere partijen, waaronder leden van eiseres, buiten spel te zetten. Bovendien heeft verweerder wel gehandhaafd naar aanleiding van een verzoek van een landelijke speler. Eiseres wil dat verweerder wordt opgedragen zelfstandig te gaan handhaven en dat verweerder bij constatering van ongeregeldheden zal optreden met boetes en sancties.
5. De rechtbank overweegt als volgt.
6. Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Artikel 1:2, derde lid, van de Awb regelt dat rechtspersonen als belanghebbende kunnen opkomen, mits een algemeen of collectief belang dat zij zich statutair ten doel stellen te behartigen en waarvoor zij zich daadwerkelijk inzetten, bij het besluit rechtstreeks is betrokken. Onder collectieve belangen worden bovenindividuele belangen verstaan (Kamerstukken II 1998-1989, 21221, nr. 3, p 35, uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ECLI:NL:RVS:2005:AU4611).
7. De rechtbank constateert dat eiseres is opgericht op 29 juli 2015. Het handhavingsverzoek is gedateerd op twee dagen daarvoor: 27 juli 2015. Ter zitting heeft eiseres meegedeeld dat de vereniging ten tijde van het indienen van het verzoek feitelijk al bestond en actief was, maar dat enkel nog de statuten in een notariële akte moesten worden opgenomen. Gelet daarop, de zeer korte tijdspanne van twee dagen tussen het indienen van het handhavingsverzoek en het formeel verwerven van rechtspersoonlijkheid, en het feit dat het verzoek op 30 juli 2015, dus na de oprichting, door verweerder is ontvangen, werpt de rechtbank eiseres niet tegen dat zij ten tijde van het indienen van het verzoek nog geen rechtspersoonlijkheid had.
8. Eiseres heeft blijkens artikel 2, eerste lid, van haar statuten ten doel te bevorderen dat er (meer) kleine commerciële omroepen in de ether kunnen uitzenden, die een beperkte verzorging hebben van één werkgebied, waarin zij zowel gevestigd zijn als operationeel zijn. Binnen de doelstelling valt het verrichten van alle verdere handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Het tweede lid bepaalt dat de vereniging haar doel onder meer tracht te verwezenlijken door het behartigen van de belangen van de bedoelde kleine commerciële omroepen (media instellingen) en het voorkomen dat andere publieke en/of commerciële omroepen (media instellingen) of instanties etherfrequenties misbruiken of onjuist gebruiken. Met “media-instellingen” wordt uitsluitend bedoeld radio- en/of televisie en radio omroepen.
9. De rechtbank overweegt dat eiseres een rechtspersoon is die krachtens haar statuten de belangen van kleine commerciële omroepen behartigt.
9.1
De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiseres daarmee opkomt voor een collectief belang van haar leden. Eiseres wil voor haar leden toetreding tot de markt realiseren. Zij bevecht vergunninghouders die zich naar haar oordeel niet houden aan vergunningvoorwaarden. Dit past binnen haar doelstelling om te voorkomen dat andere commerciële omroepen etherfrequenties onjuist gebruiken.
9.2
Eiseres wil ervoor zorgen dat frequenties vrijkomen voor uitgifte. Niet in geschil is dat leden van eiseres beschikken over zendvergunningen. Zij kunnen, indien eiseres succes heeft, dan trachten de vrijgekomen vergunning te verwerven om mee uit te zenden. De rechtbank volgt niet het standpunt van verweerder dat de leden niet concurreren met de vergunninghouders ten aanzien van wie om handhaving wordt gevraagd. Er zijn leden van eiseres die concrete plannen hebben om uit te zenden, en ook zijn begonnen met de concrete uitvoering daarvan, bijvoorbeeld Rato. Daarbij maakt het niet uit dat Rato uitzendt op de AM-band en (nog) niet op de FM-band. Ook voor zenders op de FM-band is een zender op de AM-band een mogelijke concurrent. De uitzending kan eenvoudig van de AM- naar de FM-band worden verplaatst en een luisteraar kan maar naar één zender tegelijk luisteren.
9.3
Het verzoek om handhaving heeft daarmee betrekking op een activiteit die binnen de reikwijdte van de doelstelling valt én die invloed kan hebben op het werkgebied van eiseres.
9.4
Ter zitting heeft eiseres onweersproken meegedeeld dat zij meer voor haar leden doet dan alleen procederen. Ook is sprake van het gezamenlijk inkopen van materiaal, het produceren van een gezamenlijke jingle, het bedingen van collectieve kortingen en dergelijke. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de werkzaamheden van eiseres meeromvattend zijn dan het voeren van procedures en de handelingen die daarmee rechtstreeks verband houden.
9.5
De rechtbank is daarbij, in tegenstelling tot verweerder, van oordeel dat eiseres een voldoende rechtstreeks belang heeft bij haar handhavingsverzoek. Hoewel het verzoek er niet direct toe behoeft te leiden dat een vergunning wordt ingetrokken, is een mogelijke uitkomst van handhaving wel dat dit (uiteindelijk) gebeurt en daarmee vrijkomt voor anderen, waaronder wellicht één van de leden van eiseres.
10. Verweerder heeft dus ten onrechte geconcludeerd dat eiseres geen rechtstreeks belang heeft bij haar handhavingsverzoek. Zij is wel belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd. Het beroep van eiseres is gegrond.
11. Als een besluit wordt vernietigd, dient de rechtbank de mogelijkheden van finale beslechting van het geschil te onderzoeken. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit kunnen niet in stand worden gelaten. Er zijn te weinig gegevens om zelf in de zaak te voorzien, en de besluitvorming is onvoldoende uitgekristalliseerd voor een bestuurlijke lus. Daarom dient verweerder een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
12. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres te nemen, met inachtneming van hetgeen is overwogen in deze uitspraak;
  • bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 334,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A. Schreuder, voorzitter, en mr. A.I. van Strien en mr. J.M.W. van de Sande, leden, in aanwezigheid van mr. I. Geerink-van Loon, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 december 2016.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.