In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2016 uitspraak gedaan in een beroep van een ex-werkgever, eiseres, die als eigenrisicodrager optreedt. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dat het bezwaar van eiseres tegen een eerder besluit over het recht op uitkering op grond van de Ziektewet (Zw) van een ex-werknemer ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ex-werknemer op 5 januari 2015 in dienst is gekomen en op 8 januari 2015 ontslag heeft genomen. Het Uwv had eerder beslist dat de ex-werknemer geen recht had op een Zw-uitkering, omdat hij ontslag had genomen. Eiseres stelde dat de ex-werknemer door ontslag te nemen een benadelingshandeling heeft gepleegd, waardoor het Uwv de uitkering had moeten weigeren. De rechtbank oordeelde dat uit de wetsgeschiedenis niet blijkt dat de wetgever een onderscheid heeft beoogd tussen werknemers van eigenrisicodragers en andere werknemers. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het Uwv op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiseres moest worden vergoed en dat verweerder in de proceskosten werd veroordeeld.