In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 december 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.M.H. van Kuijk, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het gemeenschappelijk orgaan ROGplus Nieuwe Waterweg Noord, dat op 31 maart 2015 was genomen. In een eerdere tussenuitspraak van 24 mei 2016 oordeelde de rechtbank dat het bestreden besluit in strijd was met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) omdat verweerder niet had onderzocht of eiseres volledig afhankelijk was van een eigen auto voor haar vervoer. Verweerder kreeg de gelegenheid om dit gebrek te herstellen.
Na het indienen van aanvullende stukken door beide partijen, concludeerde de rechtbank dat verweerder het zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek had hersteld. De rechtbank oordeelde dat het medisch advies van Argonaut Advies B.V. voldoende onderbouwd was en dat eiseres niet afhankelijk was van een eigen auto, maar gebruik kon maken van andere vervoersmiddelen zoals een scootmobiel of rolstoelvervoer. Eiseres had betoogd dat zij niet in staat was om een scootmobiel of elektrische rolstoel te gebruiken, maar de rechtbank volgde dit standpunt niet, gezien de conclusies van het medisch advies.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand. Dit betekende dat eiseres recht had op vergoeding van griffierecht en proceskosten, maar dat de beëindiging van de kilometervergoeding per 1 juli 2015 in stand bleef. De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van € 1.240,00 aan proceskosten aan eiseres. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.