ECLI:NL:RBROT:2016:8703
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk strafontslag wegens plichtsverzuim van een ambtenaar met onjuiste urenregistratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ambtenaar, en het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Eiser was sinds 1982 in dienst en vervulde de functie van wachtcommandant. Hij werd onvoorwaardelijk ontslagen wegens plichtsverzuim, omdat hij op doordachte wijze meer uren had geregistreerd dan hij daadwerkelijk had gewerkt. De rechtbank stelde vast dat er geen geschil bestond over het feit dat eiser een groot aantal uren onjuist had geregistreerd, wat als ernstig plichtsverzuim werd aangemerkt, vooral gezien zijn voorbeeldfunctie als leidinggevende.
Het proces begon met een onderzoek naar de urenregistratie van eiser, waarbij bleek dat hij 112,25 uren over 17 data had geregistreerd die hij niet had gewerkt. Na een aantal stappen in de bezwaarprocedure, waaronder een hoorzitting, handhaafde verweerder het besluit tot ontslag. Eiser voerde aan dat de straf onevenredig was, maar de rechtbank oordeelde dat de opgelegde disciplinaire straf terecht was en niet onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim.
De rechtbank benadrukte dat de omstandigheden van eiser, zoals zijn lange dienstverband en de financiële gevolgen van het ontslag, niet voldoende waren om de ernst van het plichtsverzuim te ondermijnen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en stelde dat de gevolgen van het plichtsverzuim voor rekening van eiser moesten komen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.