Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen per fax op 29 april 2016;
- het verweerschrift, met producties, ingekomen op 26 september 2016;
- de brief van 27 september 2016 namens [verzoekster] met producties 7 en 8;
- de pleitnotitie namens [verzoekster] en de pleitaantekeningen namens About Payrolling.
2.De feiten
1 januari 2016 en van rechtswege eindigt op 31 januari 2016.
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
- een bedrag van € 4.301,85 bruto ter zake de vergoeding ex artikel 7:673 lid 1 BW;
- de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag dat dat bedrag is verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening;
- de kosten van het geding.
4.Het verweer
2 weken (9 maanden en 19 dagen plus 13 maanden en 25 dagen). Bovendien is die periode geëindigd vóór inwerkingtreding van de WWZ en de wettelijke bepalingen omtrent de transitievergoeding op 1 juli 2015.
5.De beoordeling
“(…) Ik vroeg mij af of ik nog een officiële aanzeggingbrief van About Payrolling zal ontvangen, waarin staat dat mijn contract definitief wordt beëindigd. (…)”, hetgeen er niet op wijst dat partijen een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden zijn overeen gekomen.