Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 oktober 2016 in de zaak tussen
[eiseres 2],
de Sociale verzekeringsbank, verweerder,
Procesverloop
M. Sagsu.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2016 uitspraak gedaan over de toekenning van dubbele kinderbijslag aan een eiseres voor haar zoon, die op een internaat verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres enkelvoudige kinderbijslag ontvangt voor haar zoon, die op een internaat verblijft dat niet als integraal onderdeel van het onderwijssysteem wordt beschouwd. De rechtbank oordeelt dat dubbele kinderbijslag alleen kan worden verstrekt als het uitwonend zijn van het kind een voorwaarde is voor het volgen van onderwijs. De (levensbeschouwelijke) richting van de opleiding of het internaat speelt hierbij geen rol.
De eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank, waarin werd gesteld dat haar zoon niet in aanmerking kwam voor dubbele kinderbijslag omdat hij niet uitwonend was om onderwijsredenen. De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres, die onder andere verwees naar verdragsrechtelijke fundamentele rechten, verworpen. De rechtbank concludeert dat de regelgeving omtrent dubbele kinderbijslag niet discriminerend is en dat de reden voor het niet toekennen van dubbele kinderbijslag niet ligt in de religieuze of culturele achtergrond van het internaat, maar in het feit dat de school van de eiseres niet op de lijst staat van scholen die recht geven op dubbele kinderbijslag.
De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.