Op 21 september 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis. De eiser, eigenaar van een verblijfsobject, verzocht om wijziging van het gebruiksdoel in de basisregistratie van 'overige gebruiksfunctie' naar 'bedrijf'. Dit verzoek werd door verweerder afgewezen, met als argument dat het gebruiksdoel in de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet BAG) niet gelijk is aan de planologische bestemming. Eiser stelde dat de registratie onjuist was en dat hij schade had geleden door deze onjuiste registratie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gebruiksdoel in de BAG niet verward moet worden met de planologische bestemming en dat de registratie vooral van belang is voor hulpdiensten. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had gemotiveerd waarom het verzoek van eiser om aanpassing van de BAG-registratie was afgewezen. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. De uitspraak werd gedaan door mr. A.I. van Strien, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Joseph, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.