In deze zaak vorderen drie eisers, die gezamenlijk een huurwoning zochten, de terugbetaling van bemiddelingskosten die zij aan de makelaar MVM hebben betaald. De eisers hebben in totaal € 2.631,25 aan MVM betaald, waarvan € 756,25 aan bemiddelingskosten. De eisers stellen dat deze kosten onverschuldigd zijn betaald, verwijzend naar een uitspraak van de Hoge Raad van 16 oktober 2015, waarin werd geoordeeld dat bemiddelingskosten niet verschuldigd zijn als de huurder niet zelf een bemiddelingsopdracht heeft gegeven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat alleen eiser 1 een overeenkomst met MVM heeft getekend, terwijl de overeenkomsten van eiser 2 en eiser 3 niet zijn overgelegd. Hierdoor zijn de vorderingen van eiser 2 en eiser 3 afgewezen.
De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat MVM wel degelijk als bemiddelaar heeft opgetreden en dat eiser 1 recht heeft op terugbetaling van de bemiddelingskosten. De kantonrechter heeft de vordering van eiser 1 toegewezen en MVM veroordeeld tot betaling van € 893,51, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 januari 2016. Daarnaast is MVM ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser 1. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter L.J. van Die op 13 mei 2016.