Op 4 augustus 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die op 20 april 2015 vanuit een auto meerdere keren op een andere auto heeft geschoten. Een van de kogels heeft een schampschot aan het hoofd van het slachtoffer veroorzaakt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van voorbedachte raad, maar hem wel schuldig bevonden aan poging tot doodslag en verboden wapenbezit. De verdachte is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn broer, betrokken was bij een conflict over een geldbedrag. De getuigenverklaringen en forensisch bewijs wezen erop dat de verdachte de schutter was. Het alibi van de verdachte, dat hij op het moment van het schietincident in Marokko verbleef, werd verworpen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op 20 april 2015 in Rotterdam was en dat hij degene was die gericht op het slachtoffer heeft geschoten.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, waaronder het risico voor omstanders en de impact van het geweld. De verdachte heeft met een vuurwapen geschoten in een drukke omgeving, wat een onaanvaardbaar maatschappelijk risico met zich meebracht. De rechtbank heeft de straf bepaald op zeven jaar gevangenisstraf, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.