ECLI:NL:RBROT:2016:5918
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- W.J.J. Wetzels
- M. Fiege
- H.J.M. van der Kaaij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 31 mei 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. De verzoeker had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [naam gemeente]. In zijn wrakingsverzoek stelde de verzoeker dat de rechter, mr. M. Schoneveld, niet onpartijdig zou zijn. De verzoeker voerde aan dat de rechtbank niet had mogen toestaan dat het college als verwerende partij werd aangemerkt, en dat eerdere kanttekeningen van hem niet waren beantwoord.
De rechtbank overwoog dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de door de verzoeker aangevoerde omstandigheden geen aanwijzingen opleverden voor een vooringenomenheid van de rechter. De brief van het college, waarin werd medegedeeld dat Stroomopwaarts een gemeenschappelijke regeling is, werd als voldoende beschouwd om de verwerende partij te legitimeren. De rechtbank oordeelde dat de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was, en dat het verzoek tot wraking ongegrond was.
De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. W.J.J. Wetzels en de rechters mr. M. Fiege en mr. H.J.M. van der Kaaij. De uitspraak werd gedaan ter openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier mr. N. Jallal aanwezig was.