5.1.1Het onder 1 tenlastegelegde
Volgens de tenlastelegging onder 1 heeft de verdachte het valselijk opmaken en afgeven van vier brieven en een medische verklaring medegepleegd. Wat betreft het bewijs overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank acht bewezen dat deze brieven en verklaring zijn opgesteld door de verdachte, nu deze zijn voorzien van zijn handtekening, zijn opgemaakt op zijn briefpapier en de authenticiteit van die ondertekening niet wordt betwist.
Wat betreft de brief in de zaak [medeverdachte 2] , gericht tot de woningbouwvereniging, inhoudende dat [medeverdachte 2] een chronisch psychiatrische patiënt is, die in aanmerking zou moeten komen voor een eengezinswoning, is de rechtbank van oordeel dat niet buiten elke redelijke twijfel vast staat dat deze informatie, zo deze al als medische informatie valt aan te merken, onjuist is. Van dat onderdeel van de tenlastelegging spreekt de rechtbank vrij.
Uit de bij dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat in de overige gevallen de persoon op wiens of wier naam de verklaring of brief is afgegeven niet geestesziek was of niet in de mate waarin dat in de brief of verklaring is aangegeven.
De verdachte heeft ontkend dat hij wist dat de pseudo-patiënten niet ziek waren of niet in de mate waarin hij dat in de bedoelde brieven en verklaring heeft beschreven. Hij is naar eigen zeggen bedrogen door de pseudo-patiënten en hun begeleider [medeverdachte 1] . Hij is te goeder trouw afgegaan op informatie die hem door de patiënten en door [medeverdachte 1] is gegeven. Dit wordt ondersteund door bijvoorbeeld de verklaring van [medeverdachte 3] , die op de zitting heeft gezegd dat hij bij de verdachte toneel speelde en dat de verdachte niet wist dat hij, [medeverdachte 3] , niet geestesziek was.
Uit het heden in de zaak tegen [medeverdachte 1] gewezen vonnis blijkt dat deze zich, tezamen en vereniging met de psychiater [medeverdachte 4] , langdurig en op grote schaal heeft schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting. De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier en het onderzoek op de zitting naar voren komt dat de verdachte ten opzichte van [medeverdachte 1] een heel andere rol heeft gehad dan de psychiater [medeverdachte 4] . De verdachte heeft geen deel uitgemaakt van het samenwerkingsverband dat het UWV en het CIZ/de zorgkantoren heeft opgelicht. Dat neemt niet weg, dat de verdachte wel degelijk opzettelijk valse medische brieven en een valse medische verklaring heeft afgegeven. Hij heeft tenminste de aanmerkelijke kans aanvaard dat door hem vermelde ziektebeelden en GAF-scores niet in overeenstemming waren met de werkelijkheid. Anders gezegd, er was sprake van zodanig ernstige onverschilligheid ten opzichte van het gevolg van zijn handelen, dat van voorwaardelijk opzettelijk handelen in de zin van de artikelen 225 Sr en 228 Sr kan worden gesproken.
De rechtbank overweegt in dat verband als volgt.
In de eerste plaatsheeft de verdachte zich gerealiseerd dat er sprake zou kunnen zijn misbruik. Wat dit betreft heeft de verdachte het volgende verklaard:
Het aanvragen van een PGB komt misschien wat te vaak voor. Daarmee bedoel ik de verzoeken om PGB. Mijn afweging daarbij is of het adequaat is of dat er misbruik van wordt gemaakt.
Maar bij die afweging ging de verdachter
in de tweede plaatsvoornamelijk af op door [medeverdachte 1] aangedragen informatie. Dit blijkt om te beginnen uit zijn eigen verklaring.
“Turkse vrouwen kijken je niet aan tijdens een behandeling, toch moet je kijken wat er speelt. Dan ben je aangewezen op een begeleider. De begeleider, [medeverdachte 1] , beschikte toch over goede informatie, althans hij was geïnformeerd. Hij kende zelfs de geboortedata van patiënten uit zijn hoofd. [medeverdachte 1] was betrokken en bezocht mensen ook thuis en vertelde op die manier wat er dan aan de hand was”.
En op de vraag waarop hij zijn diagnose baseert, heeft de verdachte verklaard:
“Dat baseer ik op het verhaal van [medeverdachte 1] en soms op die van de patiënt. Maar ook aan de hand van dingen die op schrift staan gesteld, de vragenlijst bijvoorbeeld. Vaak ook andere informatie van andere behandelaars, andere documenten. [medeverdachte 1] vult vaak de vragenlijst in, omdat sommige mensen analfabeet zijn”.
Dat de verdachte vaak informatie had van andere behandelaars, heeft hij trouwens ter zitting tegengesproken:
“Er waren soms wel brieven van [medeverdachte 4] , maar volledige dossiers heb ik nooit gehad. Het was niet gebruikelijk om dossiers bij een andere psychiater op te vragen. Ik vroeg het niet op.”
In de derde plaatsblijkt uit de verklaringen van pseudo-patiënten, om te beginnen van [medeverdachte 5] , dat de verdachte de pseudo-patiënten niet daadwerkelijk behandelde. Als hem wordt gevraagd of hij een afspraak heeft gehad met de verdachte op 21 mei 2010 tussen 13.00 en 15.00, antwoordt hij:
“Nee echt niet. Hooguit 10 minuten of 15 minuten. 2 uur haha”.
De rechtbank acht [medeverdachte 5] verklaring betrouwbaar, nu deze steun vindt in andere, hierna te bespreken, bewijsmiddelen.
Uit het relaas proces-verbaal in het zaaksdossier UWV- [verdachte] (p. 47) blijkt, zakelijk weergegeven, het volgende.
Analyse medicore gegevens S. [medeverdachte 5]
Werden de gegevens uit medicore m.b.t. [medeverdachte 5] in combinatie met overige
onderzoeksgegevens geanalyseerd. Hieruit kan worden opgemaakt dat:
Afspraak 21 mei 2010, om 12.30 uur met patiënt [medeverdachte 5] gedurende 110 minuten
directe en 100 minuten indirecte tijd.
Eerste log-gegevens zijn op 21 mei 2010 tussen 13.04 en 13.19 uur vastgelegd.
Verslaglegging “Turkse man, die hier trillend op de stoel zit. Is angstig, hoort
stemmen, ziet mannen van lange baarden.”
• Agenda 2010 van B. [medeverdachte 1] ;
Afspraak op 21 mei 2010, van 13.00 uur t/m 15.00 uur met Dr. J.G. met hierbij 5
namen, waaronder Dhr. [medeverdachte 5] .
• Uit telecommunicatie- en peilbakengegevens van [medeverdachte 1] is op te maken dat
[medeverdachte 1] op 21-5-2010 tussen 12.49 uur en 13.28 uur bij [verdachte] in Helmond is
geweest. [medeverdachte 1] op 21-5-2010 om 10.36 uur en 12.01 uur telefonisch contact heeft gehad met [medeverdachte 5] .
Deze gegevens duiden er op dat [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] is meegegaan naar het spreekuur van de verdachte. Dat heeft [medeverdachte 5] ook zo verklaard:
Ik ben in totaal maar 3 keer bij dokter [verdachte] geweest.
En in welke taal sprak dokter [verdachte] met u tijdens zijn consulten?
[medeverdachte 1] vertaalde alles voor mij.
Duidelijk is dat [medeverdachte 5] geen Nederlands spreekt en ook bij de politie door een tolk is gehoord. Het kan niet anders of [medeverdachte 1] is inderdaad bij die afspraak aanwezig geweest. Maar dan kan het consult niet voor 12.49 zijn begonnen, want op dat tijdstip is [medeverdachte 1] in Helmond aangekomen, en is het in elk geval om 13.28 al afgelopen, want op dat tijdstip is [medeverdachte 1] uit Helmond vertrokken. De rechtbank acht, als gezegd, de verklaring van [medeverdachte 5] geloofwaardig dat de verdachte, anders dan deze in medicore heeft geregistreerd, op 21 mei 2010 geen afspraak van 110 minuten met [medeverdachte 5] heeft gehad.
Ook wat betreft andere op de tenlastelegging genoemde personen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] is er bewijs dat de verdachte hen niet echt heeft behandeld.
Wat betreft
[medeverdachte 3]blijkt uit het relaas proces-verbaal in het zaaksdossier [medeverdachte 3] (p. 80-81) zakelijk weergegeven het volgende.
Uit Medicore blijkt dat de verdachte een afspraak had voor 7 november 2008 met [medeverdachte 3] en zijn echtgenote [medeverdachte 3] om respectievelijk 15.15 en 16.00 uur.
Bij [medeverdachte 3] staat tevens 45 minuten indirecte tijd geregistreerd voor het regelen van een tolk,
(terwijl, zo merkt de rechtbank op, juist [medeverdachte 1] meekwam om te tolken). Bij [medeverdachte 6] staat 20 minuten directe tijd geregistreerd in verband met “verwerven informatie van eerdere behandelaars”, (
terwijl, zo merkt de rechtbank op, de verdachte ter zitting heeft verklaard geen gegevens op te vragen van andere behandelende artsen).
De verslag items van [medeverdachte 3] zijn gelogd tussen 17.24 uur en 17.35 uur en om 19.16 uur wordt vervolgens de afspraak voor die dag om 16.00 uur pas vastgelegd.
De verslagitems van Bircan zijn gelogd tussen 17.37 uur en 17.50 uur en om 19.19 uur wordt vervolgens de afspraak voor die dag om 15.15 uur pas vastgelegd.
Uit historische telecommunicatie verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] die dag om tussen 11.28 uur en 19.33 uur aanstraalde op cellid’s in Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Enkele minuten na de afspraak van de verdachte bij [verdachte] blijkt uit verkeersgegevens dat er telefonisch contact is tussen het telefoonnummer van Bircan en [medeverdachte 3] terwijl de telefoon van [medeverdachte 3] wordt aangestraald in Zwijndrecht.
Nu er geen enkele aanleiding is om te veronderstellen dat iemand anders [medeverdachte 3] ’s telefoon in zijn bezit had, leiden deze gegevens tot de conclusie dat [medeverdachte 3] niet op het geregistreerde moment een afspraak bij de verdachte heeft gehad. Het niet-behandelen van [medeverdachte 3] wordt op deze manier “weggemoffeld” in medicore en dat toont de kwade trouw van de verdachte.
Wat betreft
[medeverdachte 7]blijkt uit het in het zaaksdossier UWV- [verdachte] dat in medicore 13 afspraken met [medeverdachte 7] staan geregisterd. Volgens het relaas proces-verbaal van het zaaksdossier UWV- [verdachte] zijn alle gegevens met betrekking tot [medeverdachte 7] vastgelegd nog voor dat [medeverdachte 7] bij [verdachte] op het spreekuur is geweest (p. 74). Ter onderbouwing wijst de rechtbank bij wijze van voorbeeld op twee willekeurige afspraken uit medicore, zoals weergegeven in het zaaksdossier UWV- [verdachte] , proces-verbaal van bevindingen 1108191130.AMB, opgemaakt door de verbalisant J.F. de Jong, p. 3774-3782.
(p. 3774)
Tijdens onderzoek van de digitale gegevens van psychiater J.P.M. [verdachte] ,
vastgelegd binnen de bedrijfssystemen van Medicore, zijn gegevens
aangetroffen van patiënt Orhan [medeverdachte 7] , geboren op [geboortedatum] te
[geboorteplaats] , wonende [adres] [woonplaats]
(p. 3775/3776)
Bijzonderheden rondom de afspraken zijn:
Dinsdag, 18 november 2008, 18.15 uur
Er zijn geen overige gegevens aangetroffen rondom deze afspraak.
Logboek items Medicore: Voor genoemde intake afspraak van [medeverdachte 7] is 90
minuten directe- en 60 minuten indirecte tijd geregistreerd. De activiteiten zijn:
intake & screening, pré intake, farmacotherapie en psychiatrisch onderzoek.
De logboek items zijn ingevoerd door medewerker JG, onder andere: