Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 september 2015;
- de akte overlegging producties 1-24;
- de conclusie van antwoord, met producties 1-42;
- de brief van 10 februari 2016 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van 21 april 2016 van de rechtbank met vraagpunten;
- het proces-verbaal van de comparitie van 6 juni 2016,
- de fax van Aquaduct van 27 juni 2016, met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Formele verweren
- De bedoeling van de woorden "leidend" en "volgend" op het handtekeningenblad is duidelijk. Deze hebben niet slechts de betekenis dat Zurich de spreekbuis is voor de andere verzekeraars. Dit volgt ook uit het gebruik of gewoonterecht bij co-assurantie.
- Als HDI c.s. niet volgend had willen zijn, had zij dit kenbaar moeten maken aan de verzekerden.
- Zo nodig dienen de redelijkheid en billijkheid hier aanvullend te werken.
- De uitleg van Aquaduct vindt steun in artikel 4.3 van de Regeling Schade Proces Coassurantie en in artikel 7:961 BW.
- De uitleg van Aquaduct is bevestigd door de feitelijke opstelling van HDI c.s. als volgende verzekeraars; door stilzitten hebben zij het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zij volgend waren.
- De vermelding van "leidend" en "volgend" op het handtekeningenblad heeft slechts beperkte betekenis: de leidende verzekeraars nemen het grootste aandeel in de verzekering en gelden tegenover de makelaar als spreekbuis namens de andere verzekeraars.
- Zonder to follow clausule heeft de leidende verzekeraar geen volmacht om namens de volgers een bindende beslissing over schade-uitkeringen te nemen.
- Op de polissen van 2008 tot juli 2011 gold wel een to follow clausule (met HDI als leader); de polis vanaf juli 2011 niet meer. Opgemerkt wordt dat toen een nieuwe makelaar optrad, AON, en dat Zurich en niet HDI als leader ging optreden, maar zonder to follow clausule. Dit was een bewuste keuze van HDI en hierover is overleg gevoerd met AON.
- Zurich heeft zich bovendien niet als een redelijk handelend verzekeraar gedragen en heeft HDI c.s. overvallen met de schikking van 12 februari 2014, die in korte tijd van "een paar ton" naar € 2 miljoen was gegaan. Dit is bovendien de reden dat HDI eerder geen actie heeft ondernomen.
- HDI c.s. betwist dat de Regeling Schadeproces Coassurantie steun biedt voor de stellingen van Aquaduct.
- Voor het geval er in beginsel wel een volgplicht zou zijn, is de werking daarvan vervallen doordat Zurich de schikking met Strukton expliciet op eigen titel en uitsluitend voor haar eigen aandeel van 40% is aangegaan; gelet op de formulering van het schikkingsvoorstel wist Strukton dit.
in situ-beton, en dat dit heeft geleid tot aanpassing van het ontwerp, waarbij ook een losstaande brandwerende bescherming van de stalen damwanden noodzakelijk was. Daardoor zijn extra kosten gemaakt en is vertraging ontstaan, waardoor boetes zijn verbeurd. Aquaduct heeft expliciet gesteld dat in het AO fouten zijn gemaakt. Het ontwerp voldeed niet aan de eisen die voortvloeiden uit het Architectonische Programma van Eisen (APvE); KUN57 heeft het AO niet getoetst aan de vraagspecificatie; en het ontwerp van de toeritwanden was niet in overeenstemming met het APvE, aldus Aquaduct bij dagvaarding.
in situ-beton en heeft KUN57 bewust een risico genomen om de opdracht te kunnen binnenhalen.