Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 18 mei 2016
- producties 1 tot en met 19 van [eiseres]
- producties 1 tot en met 7 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling op 14 juni 2016
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
ARTIKEL 4: FACTURERING EN BETALING
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
- Het door [gedaagde] ten laste van [eiseres] gelegde conservatoir beslag ingevolge het beslagrekest d.d. 16 januari 2015;
- De tussen partijen getroffen ‘schikking’ die er feitelijk toe heeft geleid dat [eiseres] op 26 februari 2015 een bedrag van 1 mio euro aan [gedaagde] heeft betaald;
- Het kort geding dat tussen partijen is gevoerd voor de voorzieningenrechter van deze rechtbank dat heeft geleid tot het vonnis van 13 april 2015 (zie ook hiervoor onder 2.4.3);
- Het door [gedaagde] ten laste van [eiseres] gelegde conservatoir beslag ingevolge het beslagverlof d.d. 12 februari 2016 voor dezelfde vordering als thans aan de orde (zie ook hiervoor onder 2.4.1);
- De berekening van [eiseres] waaruit kan worden afgeleid, aldus [eiseres] , dat niet [gedaagde] op haar, maar dat zij op [gedaagde] een vordering heeft van € 846.713,89.
816,00