ECLI:NL:RBROT:2016:4797
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan horeca-inrichting wegens overtreding rookverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een horeca-inrichting. De minister had een boete van € 1.200,- opgelegd aan de horeca-inrichting wegens herhaalde overtredingen van het rookverbod zoals vastgelegd in de Tabakswet. De overtredingen werden vastgesteld door inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) tijdens een controle op 9 oktober 2014, waarbij werd geconstateerd dat er in de horeca-inrichting door bezoekers werd gerookt. De horeca-inrichting, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen de boete, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de minister.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat de procedure correct was gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van de horeca-inrichting, waaronder de bewering dat de besluiten onbevoegd waren genomen en dat de inspecteurs zich niet correct hadden gedragen, niet konden slagen. De rechtbank benadrukte dat de overtredingen vaststonden en dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De rechtbank verklaarde het beroep van de horeca-inrichting ongegrond en bevestigde de opgelegde boete.