ECLI:NL:RBROT:2016:4632
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig beslissen en beoordeling dwangsom
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar tegen een besluit van 26 januari 2015, dat een last onder bestuursdwang oplegde in verband met een spoedontruiming van zijn woning wegens brandgevaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep is ingesteld zonder dat een rechtsgeldige ingebrekestelling aan verweerder is gezonden, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen het besluit van 1 oktober 2015, waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard. Eiser wenste echter geen inhoudelijk beroep tegen dit besluit, maar alleen een uitspraak over de door verweerder verschuldigde dwangsom en proceskosten. De rechtbank heeft in haar beoordeling ook het besluit van 2 oktober 2015 betrokken, waarin verweerder oordeelde dat hij geen dwangsom verschuldigd was, omdat eiser hem vroegtijdig in gebreke had gesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de niet-ontvankelijkheid van het initiële beroep niet in de weg staat aan de beoordeling van het besluit dat hangende het beroep is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat voor de toepassing van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een rechtsgeldige ingebrekestelling noodzakelijk is voordat een dwangsom kan worden verbeurd. Aangezien eiser geen rechtsgeldige ingebrekestelling heeft verzonden, heeft verweerder terecht geoordeeld dat hij geen dwangsommen heeft verbeurd. Het beroep tegen het besluit van 2 oktober 2015 is dan ook kennelijk ongegrond.
De rechtbank heeft besloten het beroep wegens niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk te verklaren en het beroep tegen het besluit van 2 oktober 2015 ongegrond te verklaren. De uitspraak is gedaan door rechter J. Bergen, in aanwezigheid van griffier R. Stijnen, en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2016.