ECLI:NL:RBROT:2016:4276
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing faillissement met toepassing schuldsaneringsregeling en verkorting termijn
Op 25 januari 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, die op 23 september 2014 in faillissement was verklaard, een verzoek heeft ingediend tot opheffing van haar faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 11 januari 2016 zijn verzoekster en de curator gehoord. Verzoekster heeft het Informatieblad Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) ontvangen en ondertekend voor instemming. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen of onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het faillissement. Tevens is gebleken dat verzoekster gedurende vijftien maanden een aanzienlijk bedrag heeft afgedragen aan de boedel, wat heeft geleid tot een spaarbedrag van ruim € 7.600. De rechtbank heeft het verzoek tot verkorting van de schuldsaneringsregeling toegewezen, waardoor de regeling met vier maanden wordt verkort. De rechtbank heeft het salaris van de curator vastgesteld op € 3.159,60 en de verschotten op € 126,38, beide ten laste van de schuldenares. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op twee jaar en acht maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak. De rechter-commissaris is benoemd tot mr. R. Kruisdijk. Het vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters in aanwezigheid van de griffier.