ECLI:NL:RBROT:2016:4276

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2016
Publicatiedatum
8 juni 2016
Zaaknummer
C/10/16/53 R
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing faillissement met toepassing schuldsaneringsregeling en verkorting termijn

Op 25 januari 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, die op 23 september 2014 in faillissement was verklaard, een verzoek heeft ingediend tot opheffing van haar faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 11 januari 2016 zijn verzoekster en de curator gehoord. Verzoekster heeft het Informatieblad Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) ontvangen en ondertekend voor instemming. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen of onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het faillissement. Tevens is gebleken dat verzoekster gedurende vijftien maanden een aanzienlijk bedrag heeft afgedragen aan de boedel, wat heeft geleid tot een spaarbedrag van ruim € 7.600. De rechtbank heeft het verzoek tot verkorting van de schuldsaneringsregeling toegewezen, waardoor de regeling met vier maanden wordt verkort. De rechtbank heeft het salaris van de curator vastgesteld op € 3.159,60 en de verschotten op € 126,38, beide ten laste van de schuldenares. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op twee jaar en acht maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak. De rechter-commissaris is benoemd tot mr. R. Kruisdijk. Het vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
toepassing schuldsaneringsregeling na faillissement
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 25 januari 2016
[naam],
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
verzoekster,
curator: T.P.F. Eisses

1.De procedure

Verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend tot opheffing van haar op 23 september 2014 uitgesproken faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Verzoekster en de curator zijn gehoord ter terechtzitting van 11 januari 2016. Verzoekster heeft het Informatieblad Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) ontvangen en voor instemming ondertekend.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank oordeelt dat er geen, althans onvoldoende grond is gebleken voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het op 23 september 2014 uitgesproken faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank overweegt omtrent het verzoek om de termijn van de schuldsaneringsregeling te verkorten als volgt. Uit het dossier en hetgeen ter terechtzitting is verhandeld is gebleken dat verzoekster gedurende een periode van vijftien maanden het meerdere boven het vrij te laten bedrag aan de boedel heeft afgedragen, waardoor er tijdens het faillissement een in verhouding tot haar schuldenlast vrij aanzienlijk bedrag (ruim € 7.600) door verzoekster is gespaard. De rechtbank zal het verzoek tot verkorting toewijzen in die zin dat de regeling met vier maanden wordt verkort. Bij het bepalen van deze termijn is rekening gehouden met het feit dat verzoekster, indien zij niet via faillissement in de wettelijke schuldsaneringsregeling terecht gekomen zou zijn, via de reguliere schuldhulpverlening een minnelijk traject zou hebben moeten volgen, dat in de praktijk vaak in ieder geval elf maanden in beslag neemt.
De rechtbank stelt het salaris van de curator en de verschotten vast.

3.De beslissing

De rechtbank:
- heft het faillissement van verzoekster op;
- stelt het salaris van de curator definitief vast op € 3.159,60 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van de schuldenares;
- stelt de verschotten vast op € 126,38 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van schuldenares;
- spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [adres] ,
[woonplaats] ,
- benoemt tot rechter-commissaris mr. R. Kruisdijk,
en tot bewindvoerder T.P.F. Eisses,
kantoorhoudende te Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- bepaalt de termijn van de schuldsaneringsregeling op twee jaar en acht maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, die dag daaronder begrepen;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenares gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. A.J. van Spengen, W.J. Roos-van Toor en M. Aukema, rechters, en aanwezigheid van mr. A.M. Pieters-Boelhouwer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2016.
Bij afwezigheid van de voorzitter is dit vonnis getekend door mr. A.J. van Spengen.