ECLI:NL:RBROT:2016:3912
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over persoonsgebonden budget en ontvankelijkheid van bezwaarschriften
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 mei 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. en eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De zaak betreft de afkeuring van de besteding van een persoonsgebonden budget (PGB) door de zorgkantoor, die eiseres in bezwaar aanvecht. De zorgkantoor had in brieven van 12 februari en 12 mei 2014 de besteding van het PGB voor bepaalde bedragen afgekeurd en goedgekeurd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de zorgkantoor verklaarde deze bezwaren ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bezwaar van eiseres tegen de afkeuring van 12 februari 2014 na afloop van de bezwaartermijn was ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden. De rechtbank oordeelt dat de brief van 12 februari 2014 wel degelijk als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet worden aangemerkt, omdat deze op rechtsgevolg gericht was. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de brief van 12 mei 2014 geen nieuwe rechtsgevolgen in het leven roept en dus ook niet als een besluit kan worden aangemerkt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de bezwaren tegen de primaire besluiten niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is de zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 992,-. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.