In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 april 2016 uitspraak gedaan in een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) William Schrikker Stichting Jeugdbescherming. De GI verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, die momenteel verblijft in de jeugdhulpinstelling Schakenbosch. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het verblijf van de minderjarige in Schakenbosch moet worden aangemerkt als een verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, waarvoor een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de GI niet kan volstaan met een reguliere machtiging tot uithuisplaatsing, omdat er geen zicht is op een alternatieve plaatsing in een open jeugdhulpinstelling.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd voor de duur van een jaar, tot 15 april 2017. De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat de GI niet heeft aangetoond dat er een passende en legale basis is voor de gevraagde machtiging. De kinderrechter heeft benadrukt dat de rechtsbescherming van de minderjarige niet mag worden ondermijnd, vooral gezien de kwetsbaarheid van de doelgroep van Schakenbosch, die bestaat uit zwakbegaafde en licht verstandelijk beperkte minderjarigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.