Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil in conventie
van de NSO hoofdhuurder wordt van de bedrijfsruimte,
de vordering tot indeplaatsstelling c.q. contractsovername c.q. het accepteren als huurder
van [eiser], het gebruik door [eiser] (als exploitant) en het gebruik door de curator (als
huurder en onderverhuurder) te gedogen op straffe van verbeurte van een dwangsom;
vordering tot indeplaatsstelling c.q. contractsovername c.q. het accepteren als huurder
van [eiser], het gebruik van [eiser] van de gehuurde winkelruimte te gedogen, op straffe
van verbeurte van een dwangsom;
de hoofd- respectievelijk de onderhuurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte
straffe van een dwangsom te gedogen gedurende een nader omschreven periode na 22 april
2016;
(doen) ontruimen en [eiser] van die verplichting te ontheffen;
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
De vordering tot het geven van een gebod aan Eudokiaplein om de hoofdhuurovereenkomst te blijven nakomen is dan ook niet toewijsbaar, omdat deze rechtsgeldig is opgezegd. Dat lot treft ook de vordering om de curator te veroordelen tot nakoming van de onderhuurovereenkomst, omdat hij daartoe als gevolg van de opzegging van de hoofdhuurovereenkomst niet meer in staat zal zijn. De primaire vorderingen die daartoe strekken, zullen dus worden afgewezen.