In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 april 2016 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Wijdland Trading B.V. en The Old Bear Ranch B.V., Ouwe Beer B.V. en een derde gedaagde. Wijdland, eiseres, vorderde betaling van openstaande facturen die voortvloeiden uit werkzaamheden en leveringen aan The Old Bear Ranch. De rechtbank heeft vastgesteld dat Wijdland in opdracht van The Old Bear Ranch diverse werkzaamheden heeft verricht en goederen heeft geleverd, maar dat een deel van de facturen onbetaald is gebleven. Wijdland vorderde een bedrag van € 27.768,67 aan hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente. De rechtbank oordeelde dat The Old Bear Ranch gehouden was tot betaling van dit bedrag, omdat zij haar betalingsverplichtingen niet was nagekomen.
Daarnaast werd de aansprakelijkheid van Ouwe Beer B.V. en de derde gedaagde als bestuurders van The Old Bear Ranch beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat Wijdland onvoldoende feiten had aangevoerd om aan te tonen dat deze bestuurders persoonlijk aansprakelijk waren voor de onbetaalde facturen. De rechtbank benadrukte dat voor bestuurdersaansprakelijkheid hogere eisen gelden en dat er geen bewijs was dat de bestuurders wisten of behoorden te weten dat The Old Bear Ranch haar verplichtingen niet kon nakomen.
De rechtbank heeft de vorderingen van Wijdland tegen The Old Bear Ranch toegewezen, maar de vorderingen tegen Ouwe Beer B.V. en de derde gedaagde afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Wijdland, met uitzondering van de kosten in de zaak tegen de bestuurders.