ECLI:NL:RBROT:2016:2592
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan caféhouder wegens overtreding van de Tabakswet met betrekking tot blootstelling van personeel aan tabaksrook
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Naam] B.V., eiseres, en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder. Eiseres, een caféhouder, kreeg op 15 augustus 2014 een bestuurlijke boete van € 2.400,- opgelegd wegens overtreding van de Tabakswet. De overtreding betrof de blootstelling van een personeelslid aan tabaksrook, omdat deze niet optrad tegen een rokende klant. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de boete, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder op 16 december 2014. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 2 maart 2016 werd het proces-verbaal van de inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) besproken. De rechtbank oordeelde dat de werkgever verantwoordelijk is voor het waarborgen van een rookvrije werkomgeving voor haar werknemers, zoals vastgelegd in artikel 11a van de Tabakswet. De rechtbank concludeerde dat de werkgever niet voldoende maatregelen had genomen om te voorkomen dat het personeel hinder ondervond van roken door klanten. De rechtbank oordeelde dat de overtreding bewezen was en dat de boete terecht was opgelegd, gezien het feit dat eiseres eerder al twee keer was beboet voor dezelfde overtreding.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.