Daartoe is het volgende aangevoerd.
Rond 2009 is [verweerder] zich gaan oriënteren over zijn seksualiteit. Hij heeft in die periode veel homoseksuele chatsites bezocht. Daarbij is veel pornografisch materiaal van seks tussen mannen gedownload. [verweerder] had een jongere vriend en wilde informatie over relaties en seksuele contacten tussen mannen met een groter leeftijdsverschil. [verweerder] heeft van begin af aan ontkend dat hij kinderpornografisch materiaal bewust c.q. met opzet in zijn bezit had. Het gevonden materiaal moet als bijvangst worden aangemerkt.
[verweerder] is nooit op zoek geweest naar kinderporno, noch heeft hij kinderporno bewust of opzettelijk gedownload. In de strafzaak is het opzetverweer niet gevoerd en het is zeer aannemelijk dat [verweerder] in hoger beroep vrijgesproken zal worden voor het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Er is dan ook geen sprake van een onherroepelijke veroordeling, zodat het op dit moment te prematuur is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen of nalaten door
[verweerder] . Ten aanzien van de subsidiaire grondslag is aangevoerd dat, indien er al sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, dit niet aan [verweerder] te wijten is.
[verweerder] is niet verantwoordelijk voor hetgeen de pers publiceert en CVO heeft een bericht aan alle ouders verzonden zonder daar overleg met [verweerder] over te voeren. Binnen de organisatie heeft CVO al gecommuniceerd dat [verweerder] niet meer terugkomt. Ook dat is behoorlijk prematuur.
CVO heeft 40 verschillende locaties. Er is voor [verweerder] draagvlak om terug te keren binnen CVO. Veel collega’s en leerlingen leven mee en zijn ontdaan van de ellende waar [verweerder] in terecht is gekomen. Herplaatsing is daarom wel degelijk mogelijk en zal onderzocht moeten worden.
Het is nog maar de vraag of de verklaring omtrent gedrag komt te vervallen. Bij vrijspraak behoudt [verweerder] in ieder geval zijn verklaring omtrent gedrag. Maar ook indien dat niet het geval is, hoeft hij die verklaring niet kwijt te raken. Ook Justis dient immers een belangenafweging te maken.
Ten slotte wijst [verweerder] op zijn persoonlijke omstandigheden. Hij is al 33 jaar in dienst bij CVO en heeft altijd goed gefunctioneerd. Bovendien is hij kostwinner. Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen zal hij niet alleen zijn inkomen verliezen, maar ook zijn recht op een uitkering, waardoor hij in financiële problemen zal komen.