ECLI:NL:RBROT:2016:10333
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de schuldsaneringsregeling na niet gedaan aanbod aan schuldeiser in minnelijk traject
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 december 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 25 november 2016 een verzoekschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en dat er geen voldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. Een belangrijke factor in deze zaak was dat aan één van de schuldeisers, Eijgelsheim Vastgoed BV, geen aanbod was gedaan in het kader van het minnelijk traject. Deze schuldeiser had een vordering van €42.397,50 ingediend en had beslag gelegd op de uitkering van verzoeker, wat leidde tot complicaties in de schuldhulpverlening. De rechtbank oordeelde dat de situatie gelijkgesteld kan worden met een voortijdige beëindiging van de minnelijke regeling, omdat er een nieuwe schuld was ontstaan. De rechtbank concludeerde dat er geen reële mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke schuldregeling en dat verzoeker te goeder trouw was geweest in het melden van de vordering. De rechtbank verklaarde zich bevoegd om de insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken en mr. V.M. de Winkel benoemd tot rechter-commissaris. Tevens is er een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, en is de bewindvoerder opgedragen om aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen te openen.