2.5.Op 26 mei 2015 is door het gerechtshof Den Haag in een procedure tussen [gedaagde] als appellant en de gemeente Dordrecht als geïntimideerde (zaak- en rolnummer C/10/458830/KG ZA 14-841) een arrest gewezen. Dit arrest luidt, voor zover van belang, als volgt.
“(…)
Beoordeling van het hoger beroep
2. Het hof gaat uit van de volgende feiten.
De Gemeente heeft haar beleid om illegale kamerverhuur tegen te gaan sinds 2008 geïntensiveerd.
[gedaagde] was eigenaar van circa 42 panden in Dordrecht, die hij geheel of gedeeltelijk kamergewijs verhuurt, of verhuurde. De Gemeente heeft aan [gedaagde] dwangsommen opgelegd en bestuursdwang toegepast wegens illegale kamerverhuur. De Gemeente heeft in 2012 twee panden van [gedaagde] executoriaal doen verkopen wegens niet betaalde dwangsommen.
Bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 21 maart 2013 is [gedaagde] op vordering van de Gemeente op grond van –samengevat – misbruik van bevoegdheid verboden om zich gedurende twee jaar vaker dan tien keer per maand met brieven, faxen of e-mails tot de Gemeente te wenden, behalve voor zover deze brieven, faxen of e-mails betrekking hebben op vergunningaanvragen door of namens [gedaagde] ingediend, dan wel betrekking hebben op bezwaar- en beroepschriften van [gedaagde] tegen beschikkingen die de Gemeente aan [gedaagde] heeft gericht, dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 300,- per overtreding, met een maximum van € 100.000,-. Bij arrest van dit hof van 28 januari 2014 is voormeld vonnis in kort geding bekrachtigd met dien verstande dat de in het dictum vermelde dwangsom voor overtredingen die zijn begaan na betekening van het arrest is verhoogd tot € 1.260,- voor elke overtreding en dat het maximum bedrag aan dwangsommen dat kan worden verbeurd is verhoogd tot € 300.000,-.
In een artikel in het NRC Handelsblad van 4 april 2013 wordt [gedaagde] onder meer als volgt geciteerd: “De Gemeente veilde twee van mijn panden. Om ze terug te pakken ben ik extra veel WOB-verzoeken gaan sturen. De rechter heeft dat nu beperkt. Ik ga in hoger beroep. Intussen laat ik andere mensen WOB-verzoeken sturen.”
In een artikel in het Algemeen Dagblad / De Dordtenaar van 20 juni 2013 wordt [gedaagde] onder meer als volgt geciteerd: “Ze doen hun best maar, ik wens ze veel plezier. Tot nu toe had ik al vierenhalve ton schuld aan de gemeente en die kunnen ze ook niet incasseren. Hoe hoger het bedrag wordt, hoe moeilijker het voor ze wordt om politiek draagvlak voor een oplossing te vinden. Zo lang ik adem ga ik door”
Bij deurwaardersexploot van 28 februari 2014 heeft de gemeente Dordrecht aan [gedaagde] de executie van het maximum bedrag aan verbeurde dwangsommen van € 300.000,- en proceskosten doen aanzeggen.
Bij e-mails aan de Gemeente heeft [gedaagde] – voor zover hier van belang – medegedeeld:
- e-mail d.d. 15 april 2013:
”(…) U zult weer het tienvoudige aan proceskosten kwijt zijn zelfs zonder dat u ook maar 1 cent opbrengst zal kunnen genereren en ik kan u verzekeren dat er ook geen einde zal komen van de WOB/beroep/hogerberoep zaken die ik zal aanvangen en of voortzetten. (…).”
- e-mail d.d. 19 december 2013:
“(…) Zoals je al heb gemerkt heb ik de afgelopen dagen weer mijn stinkende best gedaan, en is mijn motto de Sky is the limit. (…)”
- e-mail d.d. 13 februari 2014:
“(…)
U kunt dus van uw recht gebruik maken om de panden te laten veilen en ik zal er zo veel mogelijk voor doen om de opbrengst zo laag mogelijk te laten uitvallen.
(…)
Ik hoef jullie er wellicht niet aan te herinneren dat ik het hier niet bij zal laten zitten en alle juridische en maatschappelijke middelen zal gebruiken om jullie in lengte van dagen dwars te zitten en zal de veiling van mijn eigendommen geen meerwaarde voor jullie opleveren op lange termijn.
Dit is geen dreigement anders gaan jullie wellicht weer heel zielig aangifte doen maar een waarschuwing of tip om de toekomstige schade voor beiden te minimaliseren ook moet je er aan denken dat de door de Gemeente Dordrecht betaalde out of pocket kosten die jullie nog van mij tegemoet hebben wellicht ook niet betaald kunnen worden en zult u voor de komende jaren exclusief voor mij honderden duizenden euros kwijt zijn met onnodige geld kostende procedures en verwijs u naar de bijlage van de Gemeente Breda die het na 3 WOB verzoeken en 3 bezwaarschriften van mij genoeg vond en een oplossing hebben gevonden om met mij een deal te sluiten (…).
Zoals ik heb aangegeven is de Gemeente Dordrecht in de numerieke minderheid daar jullie maar tot 39 (immers ik ben maar eigenaar van deze aantal panden) kunnen gaan terwijl mijn mogelijkheden onbegrensd zijn namelijk 39, 390, 3900, 39.000,00, 390.000,00, 3.900.000,00 etc the sky is the limit voor mij temeer al gisteren 22 bezwaarschriften zijn behandeld volgende week weer 8 bezwaarschriften en kunt tot de conclusie komen dat ik al in twee weken tijd al aan de 30 procedures kan komen en dan heb ik het nog rustig aangedaan. Het is aan de Gemeente Dordrecht om een keuze te maken voor een snelle en meest efficiente oplossing voor te kiezen of voor een papieren loopgraven oorlog waarvan je nu al niet kan vaststellen hoeveel jaar deze mogelijk zou gaan duren.”
- e-mail d.d. 5 juni 2014:
“(…) ps alleen heb ik vandaag al meer dan 50 bezwaarschriften doen toekomen terwijl het aantal panden met 14 is verminderd.”
3. De Gemeente vordert in dit kort geding dat [gedaagde] wordt verboden om zich per kalendermaand gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar, meer dan twee keer met brieven, faxen en e-mails of op welke wijze dan ook tot de Gemeente en/of haar medewerkers te wenden, tenzij het betrekking heeft op (1) vergunningaanvragen door of namens [gedaagde] ingediend, (2) bezwaar- of beroepschriften van [gedaagde] tegen beschikkingen uit hoofde van een last onder dwangsom en last onder bestuursdwang opgelegd door de Gemeente en (3) bezwaar- en beroepschriften tegen beschikkingen die Gemeentebelastingen Drechtsteden aan [gedaagde] heeft opgelegd, op straffe van lijfsdwang. De Gemeente heeft voorts gevorderd dat het [gedaagde] gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar wordt verboden als gemachtigde op te treden of bijstand te verlenen bij aanvragen en procedures waarbij de Gemeente betrokken is, eveneens op straffe van lijfsdwang.
4. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen met dien verstande dat de uitgesproken verboden gelden voor een aaneengesloten periode van twee in plaats van de gevorderde vijf jaar.
5.Grief Iricht zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat hij bevoegd is de vordering van de Gemeente te behandelen, zowel waar het gaat om het gevraagde verbod om de Gemeente zelf te benaderen als ten aanzien van het gevraagde verbod om dit als gemachtigde te doen.Grief IIricht zich tegen rechtsoverweging 4.8 van het vonnis waarin de voorzieningenrechter heeft overwogen dat het gevorderde voldoende ruimte biedt om reële geschillen die tussen [gedaagde] en/of de door hem gedreven ondernemingen en de Gemeente ontstaan, aanhangig te maken.Grief IIIkomt op tegen de uitgesproken lijfsdwang, terwijlgrief IVis gericht tegen de uitgesproken kostenveroordeling.
6. Het hof stelt vast dat geen grief is gericht tegen rechtsoverweging 4.5 van het bestreden vonnis, waarin de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat [gedaagde] in 2014 tot en met juni van dat jaar:
- 219 Wob-verzoeken heeft ingediend, waarvan 101 als gemachtigde,
- 444 bezwaarschriften heeft ingediend, waarvan 151 als gemachtigde,
- 106 ingebrekestellingen heeft ingediend, waarvan 11 als gemachtigde,
- 121 keer beroep heeft ingesteld.
De voorzieningenrechter concludeerde tevens dat in de betreffende periode andere burgers in totaal 42 Wob-verzoeken, 139 bezwaarschriften en 16 ingebrekestellingen bij de Gemeente hebben ingediend en dat “de stroom aan door [gedaagde] ingediende aanvragen en verzoeken” toeneemt. Voorts concludeerde de voorzieningenrechter dat [gedaagde] als gemachtigde niet meer dan zes personen heeft bijgestaan, waaronder personen die gelieerd zijn aan één van zijn BV’s en/of woonachtig zijn in Polen en Bulgarije. De aanvragen die [gedaagde] als gemachtigde indient zijn daarbij nagenoeg identiek aan aanvragen die voorheen van [gedaagde] zijn ontvangen.
7. Evenmin is een grief gericht tegen rechtsoverweging 4.6 van het vonnis waarin is geconcludeerd dat [gedaagde] niet heeft bestreden dat hij de bij de weergave van de feiten geciteerde uitlatingen in de pers heeft gedaan en de daar aangehaalde e-mails heeft verzonden.
8. Tot slot is geen grief gericht tegen rechtsoverweging 4.7 waarin is geconcludeerd dat voldoende aannemelijk is dat [gedaagde] uit wrok een buitenproportioneel beslag legt op het gemeentelijk apparaat met geen ander doel dan de Gemeente “een hak te zetten en te schaden”, alsmede dat [gedaagde] daartoe mede gebruik maakt van de mogelijkheid om als gemachtigde van derden op te treden.
9. Deze conclusies dienen het hof aldus tot uitgangspunt.
- vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 25 september 2014 doch uitsluitend voor zover het [gedaagde] is verboden om zich meer dantwee
keer per kalendermaand met brieven, faxen en e-mails of op welke wijze dan ook tot de Gemeente te wenden en,
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [gedaagde] in de plaats daarvan om zich gedurende de in het vonnis genoemde aaneengesloten periode van twee jaar vanaf de datum van dat vonnis, meer dan vijf keer per kalendermaand op genoemde wijze tot de Gemeente en/of haar medewerkers te wenden tenzij zich de in het vonnis genoemde uitzonderingsgevallen voordoen;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de Gemeente begroot op € 308,- aan verschotten en € 894,- aan salaris van de advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.