Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker]., met producties, ontvangen op 8 oktober 2015;
- het verweerschrift van [naam B.V.], tevens houdende een tegenverzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verzoeker]., met producties;
- het verweerschrift van [verzoeker]. tegen het tegenverzoek, met producties;
- de na de eerste behandeling ter zitting door [verzoeker]. genomen akte met producties.
2.De feiten
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
4.Het (voorwaardelijke) tegenverzoek
5.De beoordeling van het geschil
de afgelopen tijd,kan het ontslag op staande voet evenmin rechtvaardigen. Immers uit de toevoeging
“afgelopen tijd”blijkt al dat niet is voldaan aan het onverwijldheidsvereiste.
[B.] de problemen spoedig zal oplossen.
onvoorwaardelijkontbinden, nu immers op de hiervoor ontwikkelde gronden aangenomen moet worden dat het ontslag op staande voet rechtskracht ontbeert en de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog steeds voortduurt.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier voor. Immers aangenomen moet worden dat [naam B.V.] op volstrekt ondeugdelijke gronden [verzoeker]. op staande voet heeft ontslagen en dat zij hem ten onrechte betrokken heeft in het conflict dat is gerezen tussen de beide broers, tevens bestuurders van de vennootschap. Door op die wijze te handelen en [verzoeker]. te betitelen als spion van zijn vader, zonder dat ook maar op enigerlei wijze gebleken is dat hij zodanig gehandeld heeft, moet naar het oordeel van de kantonrechter worden geconcludeerd dat [naam B.V.] ernstig verwijtbaar gehandeld heeft.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33 818, nr. 3, pag. 32-34 en
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 7, pag. 91). Als ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor volgens die wetsgeschiedenis te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. In de billijke vergoeding kan niet tot uitdrukking komen of het ontslag redelijk is mede in het licht van de gevolgen van het ontslag voor de werknemer, omdat dit al is verdisconteerd in de transitievergoeding. De hoogte van de billijke vergoeding moet daarom worden bepaald op een wijze die en op het niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval, waarbij criteria als loon en lengte van het dienstverband geen rol hoeven te spelen. Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van € 7.500,- bruto. Bij de bepaling van de hoogte van dat bedrag heeft de kantonrechter tevens laten meewegen de omstandigheid dat [naam B.V.] veroordeeld is tot doorbetaling van het salaris vanaf 1 september 2015 zonder dat daar een arbeidsprestatie van [verzoeker] tegen over heeft gestaan.
6.De beslissing
veroordeelt [naam B.V.] tot betaling aan [verzoeker]. van:
- diens loon over september 2015 ten bedrage van € 2.520,00 bruto, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% op basis van artikel 7:625 BW, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop [naam B.V.] met de betaling hiervan in verzuim verkeert;
- het loon van [verzoeker]. van € 2.520,00 bruto per maand vanaf 1 oktober 2015 tot aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig eindigt;