Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2015 in de zaak tussen
[Naam], te Hellevoetsluis, eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft eiseres verzocht vóór 18 april 2014 het bijgevoegde aanvraagformulier ‘minimaregeling’ in te vullen en te ondertekenen en bankafschriften over te leggen over de periode vanaf 14 december 2013 tot en met 6 april 2014. In de brief is aangegeven dat de aanvragen niet in behandeling genomen kunnen worden wanneer de gegevens niet, te laat of niet volledig worden overgelegd.
Eiseres heeft geen aanvraagformulier en bankafschriften overgelegd.
Nu zij geen mutatieformulieren heeft ingediend, had verweerder daaruit kunnen afleiden dat er geen mutaties hebben voorgedaan in haar vermogen. Voorts stelt zij dat bij een eventuele vaststelling van tegoeden die op haar bankrekeningen staan, verweerder niettemin kon besluiten tot toekenning van de bijzondere bijstand gelet op de omvang van haar schulden. Daarnaast ontving zij in de periode in geding ook maandelijks bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag, zodat op grond hiervan reeds kenbaar was dat zij voldeed aan de voorwaarden van bijzondere bijstand.
Gelet op artikel 4:2, tweede lid van de Awb gaat het daarbij om gegevens die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover de aanvrager redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
Eiseres heeft echter geen contact opgenomen met verweerder. Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat verweerder eiseres, gelet op de omvang van de onder 2 bedoelde bankafschriften, een nadere hersteltermijn had moeten gunnen.