Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 februari 2015, waarbij een comparitie van partijen is bepaald, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de zittingsagenda van 30 april 2015;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de korte samenvatting van het standpunt van BKR c.s.;
- de akte van BKR c.s. houdende overlegging van producties 48 tot en met 70;
- de tekening met titel “Bijlage A” en referentie “nesselnd_ovz_zandwin”, waarop BKR c.s. een “zandwinput” heeft ingetekend aan de hand van de ontgrondingenvergunning;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 juni 2015.
2.De feiten
bijlage Aonder III. (…)
bijlage Caan deze overeenkomst gehechte inrichtingsplan uit. De Gemeente wenst de aanleg van een aantal werken van grond-, weg- en waterbouw in het plangebied Nesselande in aanvulling op het inrichtingsplan. De Gemeente draagt met inachtneming van haar publiekrechtelijke bevoegdheden en verplichtingen de uitvoering van deze werken op aan Boskalis/Rijnland tot een waarde van totaal NLG 25 miljoen (exclusief BTW; prijspeil 1-1-1999, CBS prijsindexcijfer voor de wegenbouw). Partijen stellen voor zover de waarde van de ingevolge de hiervoor genoemde inrichtingsverplichting uit te voeren werkzaamheden op NLG 26,5 miljoen vrij op naam en inclusief 7,5% toegerekende algemene kosten (prijspeil 1-1-1991, CBS prijsindex voor de wegenbouw). (…)
Economische aspecten
3.Het geschil
primairde Gemeente te veroordelen tot betaling van € 16.594.585;
subsidiairde overeenkomst tussen BKR en de Gemeente gedeeltelijk te ontbinden, in die zin dat de verplichting van de Gemeente om BKR in staat te stellen om 3.386.650 m³ zand te winnen, komt te vervallen en de Gemeente te veroordelen om ten titel van artikel 6:270 BW juncto artikel 6:272 BW aan BKR een bedrag te betalen van € 14.971.922;
meer subsidiairde Gemeente te veroordelen om op grond van artikel 21 van de overeenkomst aan BKR een bedrag te betalen van € 14.971.922;
nog meer subsidiairde Gemeente te veroordelen om ten titel van schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking aan BKR een bedrag te betalen van € 14.971.922;
uiterst subsidiairde Gemeente te veroordelen om aan BKR te betalen ten titel van schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkoming, althans op grond van de bij deze uit te spreken partiële ontbinding en de daaruit voortvloeiende toepassing van artikel 6:270 juncto artikel 6:272 BW, althans op grond van artikel 21 van de overeenkomst, althans ten titel van schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking aan BKR een zodanig bedrag te betalen als uw rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
4.De beoordeling
in conventie
- Uit het ‘bespreekstuk Nesselande’ van 24 september 1998 (productie 5 bij dagvaarding) van Boskalis aan de Gemeente blijkt dat Boskalis/KWS de zandwinning voor eigen rekening en risico zullen exploiteren.
- In het beknopt verslag van de 33e vergadering van de klankbordgroep Nesselande (productie A bij conclusie van antwoord) van 17 februari 1999, de dag waarop de overeenkomst is gesloten, is te lezen dat de heer [persoon] van Boskalis het volgende heeft opgemerkt: