ECLI:NL:RBROT:2015:8525
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van boetebesluit op basis van nieuwe jurisprudentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 november 2015 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres had verzocht om herziening van een eerder boetebesluit dat op 18 oktober 2013 was genomen, waarbij haar een boete van € 1.390,00 was opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiseres stelde dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden, maar de rechtbank oordeelde dat zij geen nieuw gebleken feiten had aangedragen. Eiseres had enkel verwezen naar eerdere uitspraken van de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep, maar deze konden niet als nieuw gebleken feiten worden aangemerkt. De rechtbank benadrukte dat de omstandigheid dat de minister van Sociale Zaken voornemens was de wet te wijzigen, geen relevante wijziging van het recht met zich meebracht, aangezien er op dat moment nog geen wetswijziging was doorgevoerd.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek van eiseres om herziening van het boetebesluit niet kon worden ingewilligd, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een uitzondering op de formele rechtskracht van het besluit rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.