ECLI:NL:RBROT:2015:7601
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens schending van de informatieverplichting en ontstaan van nieuwe schulden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2015 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, die in een problematische schuldensituatie verkeert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares, ondanks de toepassing van de schuldsaneringsregeling, niet heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen. De rechter-commissaris had eerder een voordracht gedaan om de regeling te beëindigen, omdat de schuldenares niet naar behoren informatie heeft verstrekt over haar financiële situatie, waaronder het bezit van onroerend goed in Kaapverdië. De bewindvoerder heeft gerapporteerd dat de schuldenares niet alle benodigde documenten heeft ingeleverd en dat er nieuwe schulden zijn ontstaan, wat in strijd is met de voorwaarden van de schuldsaneringsregeling.
Tijdens de zitting heeft de schuldenares verklaard dat zij niet op de hoogte was van haar verplichtingen met betrekking tot het melden van onroerend goed en dat zij de opbrengst van de verkoop van een stuk grond in Kaapverdië niet aan de boedel heeft afgedragen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de schuldenares niet voldoende heeft gedaan om haar verplichtingen na te komen en dat er geen voorstel is gedaan om de boedelachterstand in te lopen. De rechtbank heeft daarom besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen op grond van artikel 350, derde lid, onder c en d, van de Faillissementswet. De rechtbank heeft tevens het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat er geen baten beschikbaar zijn om vorderingen te voldoen.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.