Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde2], tevens handelend onder de naam [gedaagde2] ,
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT,
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 26 februari 2014, waarbij een comparitie van partijen werd gelast, waarbij [gedaagden] werd toegelaten tot bewijslevering en waarbij, voor zover nodig, een gerechtelijke plaatsopneming werd gelast
- de akte uitlating en in het geding brengen aanvullende productie d.d. 9 oktober 2014 van DeltaSync
- de akte uitlaten producties d.d. 9 oktober 2014 van [gedaagden]
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 9 oktober 2014
- de comparitie aantekeningen van DeltaSync sub 1 t/m 6
- het proces-verbaal van gerechtelijke plaatsopneming, gehouden op 13 oktober 2013, welk proces-verbaal op 27 november 2014 gedeponeerd is op de griffie van deze rechtbank;
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie, gehouden op 13 oktober 2014
- het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 14 oktober 2014
- de akte houdende overlegging van door DeltaSync bij gelegenheid descente getoonde tekening
- de akte houdende in het geding brengen productie na descente door DeltaSync (USB stick met twee filmpjes)
- de conclusie na comparitie, gerechtelijke plaatsopneming en getuigenverhoor van DeltaSync (met producties)
- de akte na comparitie, plaatsopneming en enquête van [gedaagden]
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
A. Inleiding
“door haar vervaardigde werken”in haar vordering VIII is bedoeld: het Rotterdam Paviljoen (door haar DP3 genoemd). De rechtbank gaat er in het vervolg van uit dat deze vordering is beperkt tot het Rotterdam Paviljoen
misschien verloren is gegaan in de rest van de discussie” alsmede dat hij een gewijzigde opdracht aan DeltaSync heeft gestuurd
“om aan alle onzekerheid een einde te maken”.
uitbreidingvan zijn opdracht maar over het
niet begrijpendoor het bestuur van DeltaSync dat de opdracht was uitgebreid.
“diep in zijn hersenen staat gebrand”maar hij anderzijds in zijn jaren geleden opgestelde verklaring (productie 38 van DeltaSync) waarin hij eveneens uitvoerig beschreef wat er op 16 januari 2009 was gebeurd, géén melding heeft gemaakt van de uitbreiding van de opdracht van de bindend adviseur.
ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde” als bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 8 Aw.
[gedaagden] heeft dit betwist en daartegenover gesteld dat [persoon1] weliswaar teamleider was, maar dat geen sprake is geweest van het ontwerpen onder zijn leiding en toezicht. [gedaagde2] was met het ontwerp belast en hij heeft dat zelfstandig gemaakt.
uitsluitendtoekomt aan degene die de leiding en toezicht heeft gehad bij de totstandkoming van een werk, zoals DeltaSync voorstaat, moet worden beoordeeld binnen het kader van artikel 6 Aw. Uitgangspunt is dat het intellectueel makerschap bepalend is voor de aanwijzing van de auteur en dat dit gaat vóór de arbeid verricht aan de uitwerking daarvan. Dit betekent niet dat de hulppersonen iedere creativiteit moet kunnen worden ontzegd; ook indien daarvan nog wel sprake is kan het auteursrecht toekomen aan de ‘leider’. Wel is vereist dat deze centrale persoon degene is die daadwerkelijk bepaalt hoe het werk er uit moet gaan zien. Het hebben van de eindverantwoordelijkheid, het verdelen van taken en het stellen van randvoorwaarden en/of het geven van instructies is daartoe niet voldoende (zie o.a.: Hof Den Haag, 10 december 2013, ECLI:NL:GHDH: 2013:5335).
een buitenkoepel van ETFE, een binnenkoepel met groen en een trappenhuis ertussen in” voor eenmalig gebruik ter beschikking gesteld voor de presentatie in Shanghai (zie producties 53, 54 DeltaSync). Het betreft een op zichzelf creatieve impressie van onderdelen van het Drijvend Paviljoen. Deze creatieve schets kan echter niet afdoen aan het makerschap van het daarop afgebeelde architectonisch ontwerp van het Paviljoen als zodanig. Nillesen pretendeert blijkens haar verklaring ook geen (mede) makerschap met betrekking tot het architectonisch ontwerp.
Gemeentewerken Rotterdam
door plagiaat en/of openbaarmaking zonder bronvermelding en/of wijzigingen zonder consent”. [gedaagden] heeft niet toegelicht waarom de publicatie van afbeeldingen van het Drijvend Paviljoen moet worden gezien als het in de vordering opgenomen “plagiaat” en/of “wijzigingen zonder consent”. Nu dat ook niet voor de hand ligt, zijn de vorderingen wat deze onderdelen betreft niet toewijsbaar. Wat overblijft is de vraag of het resterende onderdeel van de vordering, namelijk openbaar maken zonder bronvermelding, toewijsbaar is. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend, gezien het navolgende.
Copyright beeldmateriaal” staat bovendien onder meer “
Materiaal geproduceerd voor 1-9-2007: Dit zijn de projecten Floating City IJmeer en Shanghai Floating Pavilion (…) Shanghhai Floating Pavilion. Eigendom [gedaagde2] . Beide partijen mogen dit gebruiken onder de bronvermelding van [gedaagde2] .”
Productie 32 zijn sheets van presentaties van Gemeentewerken Rotterdam uit 2008 en 2009, waarin afbeeldingen van het Drijvend Paviljoen zonder naamsvermelding zijn opgenomen. [gedaagden] stelt dat de afbeeldingen alleen verkregen kunnen zijn van DeltaSync, die dat niet heeft betwist.
Productie 33 zijn afdrukken van de website van DeltaSync van eind 2008 en 2009. Ook daarop komt het Drijvend paviljoen voor zonder naamsvermelding.
Door afbeeldingen van het Drijvend Paviljoen op de hier beschreven wijze zonder naamsvermelding openbaar te maken, heeft DeltaSync in strijd met het auteursrecht van [gedaagde2] en in strijd met de Vertrekovereenkomst gehandeld.
openbaarmaking zonder bronvermelding”. Het gebod tot verwijdering van de website (sub i) wordt verder beperkt tot het Drijvend Paviljoen, nu gesteld noch gebleken is dat tevens sprake is van publicatie op de website van de in de vordering ook genoemde Drijvende Stad en water-woonbrug. Aan de vordering tot verwijdering van de website zonder bronvermelding wordt een dwangsom verbonden, waarvoor een termijn in het dictum wordt bepaald.
Oorspronkelijk ontworpen voor World Expo 2010 in Shanghai”, zoals tijdens de descente is geconstateerd.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp dient beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk en het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend, met dien verstande dat ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, een (oorspronkelijk) werk kan zijn in de zin van de Auteurswet, mits die selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt. Bij de vergelijking van de totaalindrukken dienen dus ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de "werktoets" beantwoordt” (HR 23 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529, herhaald in de arresten van 12 april 2013, LJN BY1532 en LJN BY1533 (Stokke-arresten)).
niettot de auteursrechtelijk beschermde elementen van het Drijvend Paviljoen.
Een beslissing was de verticale hoogte continu houden. Op deze manier blijft de doorloophoogte gelijk. De originele zeshoek op de evenaar wordt dan met de ronding naar boven toe steeds langer en smaller. Het gevelpatroon veranderd wat een mooi effect geeft. Op de evenaar zijn de periodes het langst.”(scriptie p. 77)
De rechtbank komt dus tot een andere conclusie dan de door [gedaagden] geraadpleegde docenten en architecten.
plagiaat” en “
wijzigingen zonder consent”. Vorderingen f, j, k en l hebben alle betrekking op de stelling van [gedaagden] dat DeltaSync met het Rotterdam Paviljoen inbreuk maakt op zijn auteursrecht. Nu die stelling is verworpen, worden deze vorderingen afgewezen.
[gedaagden] heeft hier niets tegenin gebracht, behalve het hierboven reeds verworpen standpunt dat DeltaSync het Drijvend Paviljoen heeft verveelvoudigd.
Overigens wijst DeltaSync er voor de goede orde op dat zij deze auteursrechten heeft moeten overdragen aan de gemeente Rotterdam” (CvA reconventie 153). Tijdens de comparitie is besproken dat hierover duidelijkheid moest worden verkregen. Vervolgens heeft DeltaSync het standpunt ingenomen dat zij, gezien de toepasselijke algemene voorwaarden, geen rechten heeft overgedragen, terwijl [gedaagden] het tegenovergestelde standpunt innam.
De rechtbank heeft zich uitgesproken over het standpunt van [gedaagden] en hem in het ongelijk gesteld. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat [gedaagden] dit vonnis niet zal respecteren door zich naderhand alsnog als auteursrechthebbende te gaan afficheren. Van een (dreigend) onrechtmatig handelen is geen sprake. Een verbod is dan ook niet gerechtvaardigd.
auteursrechthebbendete erkennen van het gebouw dat het eindproduct van het project zou worden. De vertrekovereenkomst is gesloten op 2 oktober 2008. Op dat moment was het Rotterdam Paviljoen nog helemaal niet ontworpen.