In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 oktober 2015, wordt een verzoek om schadevergoeding behandeld van een politieambtenaar die lijdt aan posttraumatische stressstoornis (PTSS). De rechtbank verwijst naar een eerdere tussenuitspraak van 19 juni 2015, waarin de feiten zijn uiteengezet. De verweerder, de Korpschef van politie, heeft op 18 augustus 2015 zijn motivering aangevuld, maar de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat de door eiseres meegemaakte incidenten inherent zijn aan de functie van executieve politieambtenaar. De rechtbank stelt dat de medische gegevens onvoldoende onderbouwen of het medisch gevolg is ingetreden door in de persoon van eiseres gelegen factoren. De rechtbank draagt verweerder op om het medische dossier aan te vullen en toestemming te vragen aan eiseres om nadere medische gegevens op te vragen bij haar behandelend artsen. Tevens heeft de rechtbank enkele feitelijke vragen die niet beantwoord kunnen worden op basis van de beschikbare stukken. De rechtbank bepaalt dat verweerder de gebreken binnen vier weken na verzending van deze tussenuitspraak moet herstellen. Indien verweerder dit niet doet, moet hij dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank meedelen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak in deze zaak.