ECLI:NL:RBROT:2015:6975
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.L. de Vette
- A. van Gijzen
- R.H.L. Dallinga
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstandsuitkering wegens onvoldoende medewerking aan werkervaringsplaats
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 oktober 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser, die sinds 2002 een bijstandsuitkering ontvangt, kreeg een maatregel opgelegd van 30% verlaging van zijn uitkering voor de duur van één maand. Dit gebeurde omdat hij weigerde te tekenen voor een werkervaringsplaats bij Magis010, wat volgens de rechtbank een verwijtbare gedraging was. De rechtbank oordeelde dat de eiser onvoldoende had meegewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak, zoals vereist door de Wet werk en bijstand (Wwb) en de bijbehorende verordening. De rechtbank overwoog dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet in staat was om het trajectplan te ondertekenen en dat zijn weigering om dit te doen, ondanks eerdere uitnodigingen, niet gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en handhaafde de maatregel van 30% verlaging van de bijstandsuitkering. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bijstandsontvangers om mee te werken aan trajecten gericht op arbeidsinschakeling en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen.