Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
[eiser 10],
[eiser 11],
1.De procedure
2.De vordering en het verweer
- alle schepen behoorden tot het vermogen van de Avra groep; het gebruik van een-scheeps-vennootschappen (hierna: ssc’s) door de Avra-groep was ingegeven door fiscale redenen ten behoeve van de Avra-groep en had niets van doen met de arbeidsverhoudingen; Avra Towage beheerde de vloot als een geheel;
- tot 20 augustus 2013 dienden de ssc’s te worden aangemerkt als zeewerkgever;
- het was een keuze van Avra Towage op welk van de schepen binnen de Avra-groep ieder van [eisers] te werk werd gesteld; in de arbeidscontracten is niet bepaald op welk schip de werknemer werkzaam zou zijn;
3.De beoordeling
Procedure afspraken
geenpensioenpremies voldaan, in 2013 is € 90.000,00 aan pensioenpremie voldaan. Door het beëindigen van de aansluiting per 1 januari 2010 is een creditnota d.d. 12 juli 2013 van € 377.105,74 ontstaan. De creditnota hebben wij als bijlage bijgevoegd. Dit bedrag betreft de vanaf 1 januari 2010 verschuldigde pensioenpremie. De creditnota is niet teruggestort maar verrekend met de nog openstaande betalingen (aanmaningskosten van € 12.821,49 en een teveel gecrediteerd bedrag van € 682,03). Het restant van € 77.860,49 is daadwerkelijk aan [Avra Towage] uitbetaald.”.
4.De beslissing
28 oktober 2015voor het nemen van aktes, om te beginnen door [eisers] , als bedoeld in 3.35 en 3.39 van dit vonnis;