Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 februari 2014 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het deskundigenbericht van drs. P.C. van Arnhem van 2 mei 2014;
- de loonbepaling van deze rechtbank van 4 juli 2014;
- de conclusie na deskundigenbericht, tevens houdende een verzoek om terug te komen op een beslissing in het vonnis van 24 april 2013 en voorts houdende een verzoek tot wijziging van de eis in reconventie, van [gedaagde];
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht tevens houdende verzoek tot wijziging van eis, van de Gemeente;
- de antwoordakte op het verzoek tot wijzing van eis, tevens akte in het geding brengen productie, van [gedaagde];
- de brief van mr. Van Griensven van 22 september 2014;
- de antwoordakte, van de Gemeente;
- de antwoordakte, van [gedaagde].
2.De verdere beoordeling
in conventie
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)
Deskundige adviseert hiermee de opbrengst welke een derde op 1 februari 2012 over zou hebben voor een erfpacht op de grond, rekening houdend met de door de rechtbank genoemde omstandigheden, te bepalen op EUR 115.000,--.”
3.De beslissing
- de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het onder 3.6 genoemde bedrag van € 115.000 vanaf 1 februari 2012 tot heden,
- de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 115.000 verminderd met de onder 3.6 genoemde bedragen vanaf heden tot de dag van volledige betaling,