In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, woonachtig in Dordrecht, en het Drechtstedenbestuur, vertegenwoordigd door mr. F.M. van Hattum, en gemachtigden M. Euser en A. Kleijn. De zaak betreft de indicatie voor huishoudelijke ondersteuning die eiseres ontving. Eiseres had eerder een indicatie van 7,5 uur per week ontvangen, maar was van mening dat deze indicatie onvoldoende was om in haar ondersteuningsbehoefte te voorzien. De rechtbank had eerder op 1 april 2015 een tussenuitspraak gedaan waarin verweerder was opgedragen om een medisch advies te laten opstellen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Dit advies werd door Argonaut Advies B.V. opgesteld en vergeleek de ondersteuningsbehoefte van eiseres met de normtijden uit het Protocol indicatiestelling Huishoudelijke ondersteuning Wmo Drechtsteden.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de in het Protocol neergelegde normtijden mag hanteren, maar dat er ook een medische noodzaak moet worden onderzocht voor extra tijd. De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende werd gecompenseerd voor zware huishoudelijke werkzaamheden, zoals het verschonen van het bed en het schoonmaken van de natte cel en het toilet. De rechtbank besloot zelf in de zaak te voorzien door de indicatie voor huishoudelijke ondersteuning te verhogen naar 9 uur per week, wat neerkomt op 540 minuten. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het besluit van 10 juni 2015 gegrond en vernietigde dit besluit, terwijl het beroep tegen het eerdere besluit van 13 augustus 2014 niet-ontvankelijk werd verklaard. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.