In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Maatschap Berntsen Mulder Advocaten (BMA) en Allianz Benelux N.V. over de toewijsbaarheid van buitengerechtelijke kosten. BMA heeft namens de stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis (Jeroen Bosch) een vordering ingesteld tegen Allianz, die de aansprakelijkheid voor een verkeersongeval erkende waarbij een werkneemster arbeidsongeschikt raakte. BMA vorderde een bedrag van € 1.615,32 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, voor de gemaakte buitengerechtelijke kosten. Allianz betwistte de vordering en stelde dat de kosten exorbitant waren en dat de werkzaamheden administratieve aard hadden, die door een salarisadministrateur zelf uitgevoerd konden worden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het redelijk is dat Jeroen Bosch zich liet bijstaan door BMA voor het verhalen van loonschade, gezien de complexiteit van de zaak en de noodzaak van juridische expertise. De rechter oordeelde dat de hoogte van het in rekening gebrachte uurtarief van € 180,- ex btw niet onredelijk was, maar dat het aantal in rekening gebrachte uren te hoog was. Uiteindelijk werd een vergoeding van € 575,- inclusief btw en kantoorkosten toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. Allianz werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 544,52 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.