ECLI:NL:RBROT:2015:6049
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en kinderrechter inzake beroep en dwangsom bij niet tijdig beslissen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, en verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door verweerder, zoals bedoeld in artikel 1:263a van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft overwogen dat zij als bestuursrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat de rechtsgang bij de kinderrechter openstaat. Dit is gebaseerd op de regels in artikel 4:19 van de Awb en de strekking van de wetgeving die bepaalt dat in gevallen waarin het besluit waarop de gevraagde dwangsom betrekking heeft, wordt genomen ingevolge Boek I BW, ook het rechtsmiddel inzake de dwangsombeschikking bij de kinderrechter moet worden ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderrechter in een eerdere beschikking heeft geoordeeld dat sprake is van een fictieve weigering om een besluit te nemen, en heeft een omgangsregeling vastgesteld. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar verzoek, waarbij zij dwangsommen vorderde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat zij niet bevoegd is om het beroep te behandelen en heeft de zaak als onbevoegd verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.