ECLI:NL:RBROT:2015:5539
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van de Tabakswet in een horecagelegenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horecaondernemer en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De ondernemer, eiseres, had bezwaar gemaakt tegen een bestuurlijke boete van € 600,- die was opgelegd wegens overtreding van de Tabakswet. De rechtbank oordeelde dat per 1 januari 2015 artikel 11a van de Tabakswet was vervallen en dat er een algeheel rookverbod gold voor horeca-inrichtingen. De rechtbank constateerde dat de bijlage bij de Tabakswet niet was aangepast, wat leidde tot een omissie van de wetgever. Ondanks deze omissie was de rechtbank van mening dat de boete terecht was opgelegd, omdat de ondernemer niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling van het rookverbod. De rechtbank stelde vast dat de horecagelegenheid van eiseres niet als een afzonderlijk horecabedrijf kon worden aangemerkt, omdat het café en het cafetaria in open verbinding stonden en er geen afsluitbare toegang was. De rechtbank concludeerde dat eiseres de verplichting had om een rookverbod in te stellen en te handhaven, wat zij niet had gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.