Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 juli 2015 in de zaak tussen
[eiseres], te Capelle aan den IJssel, eiseres,
Procesverloop
€ 200,- wordt gekort.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Capelle aan den IJssel, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 9 juli 2014, waarbij haar bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) werd herzien en een bedrag van € 7.287,04 werd teruggevorderd. Daarnaast werd haar bijstandsuitkering met € 200,- gekort. Eiseres had ook een boete van € 4.960,84 opgelegd gekregen, waartegen zij eveneens bezwaar maakte. Het bestreden besluit van 2 oktober 2014 verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond.
Tijdens de zitting op 16 juni 2015 werd eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. R.F.H. Tamboenan. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet voldoende was gemotiveerd met betrekking tot het bezwaar tegen de boete. Eiseres stelde dat zij haar inlichtingenplicht niet had geschonden, omdat verweerder op de hoogte was van haar alimentatie-inkomsten. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres in strijd met haar inlichtingenplicht had gehandeld door deze inkomsten niet te melden. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van eiseres was om relevante informatie te verstrekken.
De rechtbank concludeerde dat de herziening van de bijstandsuitkering en de terugvordering van de teveel betaalde uitkering terecht waren. Eiseres had niet aangetoond dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 juli 2015, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.