Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM,
1.Het verloop van de procedure
- de inleidende dagvaarding van 14 november 2014, met productie;
- het tussen partijen onder nummer 3546193 CV EXPL 14-51982 gewezen verstekvonnis d.d. 19 december 2014 (hierna: het verstekvonnis);
- de verzetdagvaarding van 25 februari 2015, met producties;
- de brief van 1 mei 2015 namens Woonstad, met producties;
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 30 maart 2015 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 11 mei 2015 gehouden comparitie van partijen.
2.De vorderingen en de standpunten van partijen
3.De beoordeling
NJ2000, 562). De enkele, niet onderbouwde stelling dat [ huurder] letterlijk met lege handen op straat komt te staan, kan er niet toe leiden dat de gevorderde ontbinding wordt afgewezen. Uiteraard zijn de gevolgen van een ontbinding en ontruiming voor [ huurder] ingrijpend, zoals in zijn algemeenheid geldt voor een ieder die te maken krijgt met een onvrijwillige ontbinding en ontruiming, doch die gevolgen komen voor risico van [ huurder], nu een aanzienlijke huurachterstand is ontstaan waarvoor zij zelf verantwoordelijk kan worden gehouden.