ECLI:NL:RBROT:2015:3381
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van informatie en geheimhoudingsplicht onder de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 13 mei 2015, in de zaak tussen Sandd B.V. en de Autoriteit Consument en Markt (ACM), staat de vraag centraal of ACM terecht een verzoek om informatie over een wijziging van het postzegeltarief heeft afgewezen. Sandd B.V. had op 22 oktober 2014 een verzoek ingediend bij ACM om informatie over de door PostNL ingediende wijziging van het postzegeltarief. ACM weigerde dit verzoek op basis van artikel 7 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (Iw), dat een bijzondere openbaarmakingsregeling bevat die voorrang heeft op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
De rechtbank oordeelt dat ACM het verzoek van Sandd terecht heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de door Sandd verzochte gegevens verband houden met de uitvoering van een taak van ACM, en dat de geheimhoudingsplicht van artikel 7 Iw van toepassing is. De rechtbank bevestigt dat de Iw een bijzondere regeling biedt die de Wob overstijgt, en dat openbaarmaking op basis van de Wob in dit geval niet mogelijk is. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigt dat bijzondere openbaarmakingsregelingen voorrang hebben boven algemene.
De rechtbank concludeert dat ACM niet verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken en dat het beroep van Sandd ongegrond is. De uitspraak benadrukt de noodzaak van geheimhouding in het kader van de taken van de ACM en de beperkingen die de Iw oplegt aan de openbaarmaking van informatie. De rechtbank wijst ook op de mogelijkheid voor partijen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.