Op 10 december 2014 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een politieagent die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De zaak vond zijn oorsprong op 24 augustus 2012, toen de verdachte, samen met een collega, een alcoholcontrole uitvoerde op de Eendrachtsweg te Rotterdam. Tijdens deze controle werd de bestuurder van een auto, [slachtoffer], aangehouden voor rijden onder invloed. Toen de bestuurder, na een positieve blaastest, probeerde te ontsnappen door met zijn auto te rijden, schoot de verdachte driemaal op hem. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van de bestuurder had aanvaard door op hem te schieten, ondanks dat hij verklaarde gericht op de schouder te hebben geschoten. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat hij handelde uit noodweer of putatief noodweer, en oordeelde dat de verdachte niet gerechtvaardigd was in zijn handelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was en legde een gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 240 uur op. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan, de gevolgen voor het slachtoffer, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.