Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Feitelijke bevindingen
2.Doodsoorzaak
3.De dader
4.Conclusie
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (TIEN) jaar;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van de doodslag op zijn moeder. De verdachte heeft zijn moeder, die op leeftijd was, in haar eigen woning gesmoord met een kussen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte blijk heeft gegeven van een volstrekt gebrek aan respect voor het leven van zijn moeder. Het delict, waarbij de moeder een doodsstrijd heeft moeten doorstaan, heeft niet alleen de nabestaanden, waaronder zijn zus, groot leed berokkend, maar ook veel onrust veroorzaakt in het verzorgingshuis waar het slachtoffer woonde.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de dood van het slachtoffer grondig onderzocht. Er zijn aanwijzingen gevonden die duiden op een niet-natuurlijke dood, waaronder DNA-sporen van de verdachte op het kussen dat naast het slachtoffer werd aangetroffen. De verdachte heeft geen overtuigende verklaring kunnen geven voor de aanwezigheid van zijn DNA op het kussen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte de dader is en dat hij zijn moeder opzettelijk van het leven heeft beroofd door haar met een kussen te smoren.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar, met aftrek van voorarrest. De straf is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat doodslag behoort tot de meest ernstige delicten en dat de verdachte volledig verantwoordelijk is voor zijn daad.