ECLI:NL:RBROT:2014:9382
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Brugman
- J.M.M. Bancken
- R.H. Dallinga
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing parkeerverbod vrachtwagens in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiser, die in [plaatsnaam] woont, had verzocht om ontheffing van een parkeerverbod voor vrachtwagens aan de [straatnaam]. Het dagelijks bestuur van de deelgemeente Hoogvliet had eerder, op 15 juli 2013, geweigerd om deze ontheffing te verlenen. Dit besluit werd in een later stadium, op 4 februari 2014, door het dagelijks bestuur gehandhaafd, waarna de eiser beroep instelde tegen dit bestreden besluit.
Tijdens de zitting op 12 september 2014 heeft de eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij voor zijn werkgever met zijn vrachtwagen stand-by staat voor calamiteiten en dat hij hierdoor niet in staat is om zijn vrachtwagen op de aangewezen parkeerplaatsen te parkeren. De eiser stelde dat hij al dertig jaar aan de [straatnaam] parkeert zonder klachten en dat er geen schade aan het openbaar groen wordt toegebracht door het parkeren van zijn vrachtwagen.
De rechtbank overwoog dat het college van burgemeester en wethouders op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 (APV) de bevoegdheid heeft om ontheffingen te verlenen, maar dat dit discretionaire bevoegdheid is die terughoudend door de rechter kan worden getoetst. De rechtbank concludeerde dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten om de ontheffing te weigeren, waarbij het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en de noodzaak voor calamiteitenroutes zwaarwegend waren. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.