ECLI:NL:RBROT:2014:9271
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een bestuurlijke boete van € 15.000,- had gekregen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wegens overtreding van artikel 5:58 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De boete was opgelegd naar aanleiding van vermoedelijke marktmanipulatie door de verzoeker, die op 20 februari 2012 tien participaties van een onderneming had verkocht op Euronext, terwijl hij wist of had moeten weten dat deze participaties eigendom waren van een derde partij. De AFM had besloten het bestreden besluit openbaar te maken, wat de verzoeker wilde schorsen.
Tijdens de zitting op 24 september 2014 heeft de verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De voorzieningenrechter heeft de rechtmatigheid van de boete beoordeeld en geconcludeerd dat de AFM terecht had geoordeeld dat de verzoeker de wet had overtreden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet had aangetoond dat zijn beweegredenen voor de transacties gerechtvaardigd waren en dat de hoogte van de boete in verhouding stond tot de ernst van de gedraging.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening gedeeltelijk toegewezen, in die zin dat de AFM werd opgedragen om de persoonlijke gegevens van de verzoeker in de publicatie van het boetebesluit onleesbaar te maken. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de AFM het door de verzoeker betaalde griffierecht moest vergoeden en de proceskosten moest betalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.