4. De nadere beoordeling van het geschil in hoger beroep
4.1 Het College zal thans overgaan tot de bespreking van de grieven en weren van partijen voor zover die in de verwijzingsuitspraak onbesproken zijn gebleven.
Dienaangaande overweegt het College als volgt.
4.2 Met haar vierde, in de verwijzingsuitspraak in den brede weergegeven, grief betoogt IMC, in de kern samengevat, dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat onder “houden”, als bedoeld in artikel 46b, eerste lid, onderdeel b, van de Wte 1995, tevens “brengen” moet worden verstaan. De rechtbank heeft, zo stelt IMC, in dat kader ten onrechte overwogen dat deze interpretatie geen strijd met de Richtlijn Markmisbruik oplevert.
Het College volgt IMC in dat betoog niet.
In het arrest heeft het Hof van Justitie in punt 26, onder meer, overwogen dat uit Spaanse, Deense, Duitse, Engelse, Franse, Italiaanse, Portugese, Finse en de Zweedse taalversies van de Richtlijn Marktmisbruik blijkt dat het volstaat dat de betrokken handelwijzen een abnormaal of kunstmatig niveau van de koers hebben teweeggebracht, om onder het begrip “marktmanipulatie” te vallen.
Het Hof heeft bij het arrest in aansluiting hierop, zoals hiervoor in rubriek 2.3. is weergegeven, voor recht verklaard dat artikel 1, punt 2, sub a, tweede streepje van, kortweg, de Richtlijn Marktmisbruik in die zin moet worden uitgelegd dat, om ervan uit te kunnen gaan dat de koers van een of meer financiële instrumenten op een abnormaal of een kunstmatig niveau is gehouden, niet vereist is dat die koers gedurende een bepaald tijdsverloop een abnormaal of een kunstmatig niveau behoudt.
Uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 46b, eerste lid, onderdeel b, van de Wte 1995, blijkt, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, dat de wetgever ten aanzien van het hier in geding zijnde punt betreffende de vraag of ““houden” ook “brengen” omvat”, niet anders heeft gewild dan de betrokken richtlijnbepaling overnemen.
Uit het vorenstaande volgt dat in dit artikelonderdeel van artikel 46b van de Wte 1995 op het punt van “houden” geen beletsel is gelegen voor een uitlegging die aansluit bij hetgeen het arrest met betrekking tot artikel 1, punt 2, sub a, tweede streepje, van de Richtlijn Marktmisbruik, voor recht heeft verklaard.
4.3 Met haar vijfde grief heeft IMC zich op het lex certa beginsel beroepen.
Zij hoefde er, zo stelt zij, niet op bedacht te zijn dat onder het woord “houden” in artikel 46b, eerste lid, onderdeel b, van de Wte 1995, tevens “brengen” zou moeten worden begrepen.
Voor de, uitgebreidere, beschrijving van deze grief verwijst het College in de eerste plaats naar hetgeen daaromtrent is weergegeven in de verwijzingsuitspraak.
Bij brief van 30 augustus 2011 en nadien bij pleidooi heeft IMC deze grief nader toegelicht.
Van haar kan, zo vat het College het nadere standpunt van IMC samen, niet worden gevergd dat zij zich aan de hand van verschillende taalversies van de Richtlijn Marktmisbruik een oordeel vormt omtrent de grenzen van een in de Nederlandse implementatiewetgeving vervatte delictsomschrijving, die met betrekking tot “houden”, congruent is met de bewoordingen van die Richtlijn.
Daar waar, zoals IMC betoogt, zelfs bij het College en het Hof van Justitie onduidelijkheid bestaat omtrent de interpretatie van de (Nederlandse) versie van de Richtlijn Marktmisbruik op dit punt, kan toch in redelijkheid niet worden volgehouden dat zij reeds in oktober 2005, dus kort na inwerkingtreding van de Wet Marktmisbruik op 1 oktober 2005, had moeten begrijpen dat onder “houden” ook “brengen” had moeten worden verstaan. Bij dit alles heeft IMC zich tevens op het standpunt gesteld dat niet wordt voldaan aan het, zo betoogt zij, tevens in artikel 7 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM) besloten liggende vereiste van toegankelijkheid, omdat er geen consistentie is in de verschillende taalversies van de Richtlijn Marktmisbruik en voorts van enige relevante, richtinggevende, jurisprudentie ten tijde van het ligitieuze handelen op 19 oktober 2005 geen sprake was.