6.Op grond van artikel 6, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ omvat begeleiding activiteiten aan verzekerden met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van:
a. de sociale redzaamheid,
b. het bewegen en verplaatsen,
c. het psychisch functioneren,
d. het geheugen en de oriëntatie, of
e. die matig of zwaar probleemgedrag vertonen.
Op grond van het tweede lid zijn de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing van de verzekerde.
Op grond van het derde lid bestaan de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, uit:
a. het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen,
b. het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie, of
c. het overnemen van toezicht op de verzekerde.
7.1.De hiervoor geschetste begeleiding kan worden geboden in groepsverband waarbij meerdere cliënten worden begeleid door één begeleider (groepsbegeleiding) of in de vorm van begeleiding één-op-één (individuele begeleiding). Blijkens de beleidsregels indicatiestelling AWBZ wordt groepsbegeleiding geïndiceerd uit oogpunt van kostenbesparing, mits dat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Zorginhoudelijk bezien dienen beide vormen van begeleiding dus hetzelfde doel.
7.2.De rechtbank is van oordeel dat, in het geval van groepsbegeleiding eiser als een van de cliënten in die groep op enig moment individueel aandacht krijgt van de begeleider, dit niet kan worden aangemerkt als het bieden van individuele begeleiding. Evenmin kan naar het oordeel van de rechtbank het toezicht op eiser door de begeleider van de groep tijdens de groepsbegeleiding of het logeren vanwege eisers jeugdige leeftijd, worden aangemerkt als individuele begeleiding.
7.3.De rechtbank Overijssel heeft in de door eiser aangehaalde uitspraak evenmin geoordeeld dat deze vormen van begeleiding individuele begeleiding betreffen.
7.4.Naar het oordeel van de rechtbank is eiser er verderniet in geslaagd aannemelijk te maken dat Eddee tijdens de logeerweekenden naast de groepsbegeleiding 5 uur individuele begeleiding heeft geboden. Er is ook niet in het zorgplan terug te vinden hoe deze afzonderlijke individuele begeleiding naast de groepsbegeleiding vorm heeft gekregen. Op grond van hetgeen daarover is verklaard, mocht verweerder ervan uitgaan dat het logeren plaatsvond in een groep van vier kinderen met één begeleider. Eiser heeft niet aannemelijk kunnen maken dat de individuele begeleiding tijdens de logeerweekenden naast de groepsbegeleiding concreet vorm kreeg doordat op de gedeclareerde uren een begeleider voor eiser alleen werd vrij gemaakt en in die uren werd gewerkt aan speciaal voor eiser gestelde doelen.
7.5.Eiser betoogt verder dat verweerder in redelijkheid de in rekening gebrachte kosten voor de logeerweekenden door Eddee niet slechts gedeeltelijk mocht vergoeden. Bij cliënten waar Eddee één bedrag per logeerweekend in rekening heeft gebracht en de kosten niet heeft uitsplitst, zijn namelijk die kosten door verweerder wel volledig vergoed.
7.6.Uit hetgeen hierboven is overwogen, volgt dat tijdens de logeerweekenden aan eiser alleen kortdurend verblijf en groepsbegeleiding werden geboden. Verweerder kon volstaan met vergoeding van de voor die aanspraken door Eddee gerekende tarieven.