In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, ouders van een kind, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De zaak betreft de opname van hun kind in de landelijke verwijsindex risicojongeren, zoals bedoeld in de Wet op de jeugdzorg (Wjz). Eisers hebben verzocht om de meldingen over hun kind uit het historisch meldingenarchief te verwijderen, omdat zij van mening zijn dat de meldingen onterecht zijn gedaan en dat de bewaartermijn van vijf jaar niet voldoet aan het beginsel van proportionaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de meldingen van het kind terecht zijn gedaan, maar dat de beoordeling van de bewaartermijn onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de meldingen nu lang genoeg zijn bewaard en heeft verweerder opgedragen om de meldingen uit het historisch meldingenarchief te verwijderen. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij het griffierecht aan eisers wordt vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de jeugdzorg.