Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser],
[eiser2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 februari 2014,
- het proces-verbaal van comparitie van 20 maart 2014,
- de akte overlegging producties aan de zijde van [gedaagde],
- de antwoordakte aan de zijde van [eisers].
2.De feiten
- de open tuinverbinding tussen het verkochte en het naastgelegen perceel aan de[adres1] te [woonplaats] (kadastraal nummer [kadastraal nummer]) zal in overleg worden gehandhaafd. Zonder toestemming van de bewoner en/of eigenaar van het pand aan de[adres1] te [woonplaats] zal geen hek of andere afrastering worden geplaatst. De bewoner en/of eigenaar van het verkochte zal het landelijke karakter en de vloeiende overgang van de tuinen in overleg met de bewoner en/of eigenaar van het pand aan de[adres1] te [woonplaats] handhaven;
- de bewoner en/of eigenaar van het pand aan de[adres1] te [woonplaats] zal geen bezwaar aantekenen tegen wijziging bouwlokatie, zolang deze tien meter of verder uit de oostgevel blijft van het pand aan de[adres1] te [woonplaats] (of uit de denkbeeldig doorgetrokken rechte oostgevellijn naar het water).”
3.Het geschil
wijzing bouwlokatie”. De bepaling ziet alleen op het realiseren van een nieuw te bouwen woning. Voor zover de realisering van de aanbouw wel kan worden gezien als een wijziging van de bouwlocatie, geldt dat [eisers] hiertegen geen bestuursrechtelijk bezwaar kan maken indien de bouwlocatie verder dan 10 meter vanaf de de oostgevel van [eisers] verrijst. De strekking van de bepaling is om de bezwaarmogelijkheden van [eisers] te beperken.
4.De beoordeling
1.130,00(2,5 punt × tarief € 452,00)
5.De beslissing
duizend euro) voor iedere dag dat hij zich niet aan de in 5.1 en/of 5.2 uitgesproken hoofdveroordelingen houdt, tot een maximum van € 1.000.000, - (
een miljoen euro) is bereikt,